Project Details
Description
Suïcide is één van de belangrijkste geestelijke gezondheidsproblemen binnen het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest. Een eerdere suïcidepoging blijkt de grootste risicofactor voor suïcide
te zijn. Bovendien is het risico op suïcide het grootst in de periode die onmiddellijk volgt op
een niet-fatale suïcidepoging. Uit buitenlands onderzoek blijkt dat het merendeel van de
patiënten die na een suïcidepoging werden verzorgd op een spoedgevallendienst, het
ziekenhuis verlaat zonder psychiatrisch consult. Nochtans is bewezen dat de kans op recidive veel kleiner wordt na een psychiatrische of psychosociale evaluatie. Daarnaast is ook aangetoond dat het verwijzen van spoedgevallenpatiënten naar gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg het risico op een nieuwe poging significant doet afnemen.
Op basis van het aantal overlijdens door suïcide wordt het aantal suïcidepogingen in het
Brussels Gewest rond de drie- à vierduizend per jaar geschat. Er zijn echter geen verdere
wetenschappelijke gegevens beschikbaar over personen die een suïcidepoging ondernemen
in het Brussels Gewest. Bovendien is het ook onduidelijk hoe suïcidepogers in de spoedgevallendiensten van Brusselse ziekenhuizen worden opgevangen en hoe ze al dan niet worden doorverwezen, bv. naar gespecialiseerde gezondheidszorg.
Binnen dit onderzoeksproject worden de volgende drie doelstellingen onderscheiden:
1. Beschrijven van de karakteristieken van suïcidepogers die worden opgenomen op
spoedgevallendiensten van Brusselse ziekenhuizen (socio-demografische en klinische
kenmerken, kenmerken van de suïcidepoging, suïcidale motieven en intentie)
2. Beschrijven hoe suïcidepogers worden opgevangen op deze spoedgevallendiensten
(psychosociale evaluatie, afgelegde zorgtraject, doorverwijzing naar gespecialiseerde
geestelijke gezondheidszorg)
3. Inventariseren van de mogelijkheden en hinderpalen voor het ontwikkelen van een
transmuraal zorgpad voor suïcidepogers die worden opgenomen op spoedafdelingen
van Brusselse ziekenhuizen
Het onderzoeksproject omvat zowel een kwantitatieve registratiestudie als een kwalitatieve
interview- en focusgroepstudie
1. Registratiestudie van suïcidepogingen op spoedgevallendiensten
Gedurende 1 jaar zullen in minstens 5 Brusselse spoedgevallendiensten gegevens
verzameld worden over patiënten die worden opgenomen naar aanleiding van een
suïcidepoging. Aan de hand van een gevalideerd meetinstrument zullen zowel de
karakteristieken van de suïcidepogers als de verleende (psychosociale) opvang in kaart
worden gebracht.
2. Interview- en focusgroepstudie
Er zullen semi-gestructureerde interviews worden afgenomen bij de diensthoofden
(medisch en verpleegkundig) van de afdelingen spoedgevallen en -desgevallend psychiatrie
van Brusselse ziekenhuizen. Dit zal leiden tot een overzicht van eventuele bestaande structuren of werkwijzen van opvang van suïcidepogers, alsook van de barrières die een goede opvang in de weg staan. Anderzijds zullen er focusgroepen worden uitgevoerd met vertegenwoordigers uit de Brusselse instellingen en diensten voor geestelijke gezondheidszorg (ambulant en residentieel). Naast het inventariseren van bestaande samenwerkingsstructuren tussen spoedgevallendiensten en diensten voor geestelijke gezondheidszorg, zullen deze focusgroepen ook resulteren in een reeks voorstellen voor het ontwikkelen van transmurale zorgpaden voor de opvang van suïcidepogers.
De bevindingen van dit onderzoeksproject zullen beleidsmakers en preventiewerkers in staat
stellen om risicogroepen voor suïcide in het Brussels Gewest beter te identificeren. Bovendien zal de studie inzicht bieden in de wijze waarop suïcidepogers momenteel worden
opgevangen in de spoedgevallendiensten en in hoeverre zij worden doorverwezen naar
gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg. Tenslotte zal het onderzoek ook leiden tot
concrete aanbevelingen voor het ontwikkelen van een transmuraal zorgpad voor de opvang
van suïcidepogers, op maat van de Brusselse context.
Hoofdstedelijk Gewest. Een eerdere suïcidepoging blijkt de grootste risicofactor voor suïcide
te zijn. Bovendien is het risico op suïcide het grootst in de periode die onmiddellijk volgt op
een niet-fatale suïcidepoging. Uit buitenlands onderzoek blijkt dat het merendeel van de
patiënten die na een suïcidepoging werden verzorgd op een spoedgevallendienst, het
ziekenhuis verlaat zonder psychiatrisch consult. Nochtans is bewezen dat de kans op recidive veel kleiner wordt na een psychiatrische of psychosociale evaluatie. Daarnaast is ook aangetoond dat het verwijzen van spoedgevallenpatiënten naar gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg het risico op een nieuwe poging significant doet afnemen.
Op basis van het aantal overlijdens door suïcide wordt het aantal suïcidepogingen in het
Brussels Gewest rond de drie- à vierduizend per jaar geschat. Er zijn echter geen verdere
wetenschappelijke gegevens beschikbaar over personen die een suïcidepoging ondernemen
in het Brussels Gewest. Bovendien is het ook onduidelijk hoe suïcidepogers in de spoedgevallendiensten van Brusselse ziekenhuizen worden opgevangen en hoe ze al dan niet worden doorverwezen, bv. naar gespecialiseerde gezondheidszorg.
Binnen dit onderzoeksproject worden de volgende drie doelstellingen onderscheiden:
1. Beschrijven van de karakteristieken van suïcidepogers die worden opgenomen op
spoedgevallendiensten van Brusselse ziekenhuizen (socio-demografische en klinische
kenmerken, kenmerken van de suïcidepoging, suïcidale motieven en intentie)
2. Beschrijven hoe suïcidepogers worden opgevangen op deze spoedgevallendiensten
(psychosociale evaluatie, afgelegde zorgtraject, doorverwijzing naar gespecialiseerde
geestelijke gezondheidszorg)
3. Inventariseren van de mogelijkheden en hinderpalen voor het ontwikkelen van een
transmuraal zorgpad voor suïcidepogers die worden opgenomen op spoedafdelingen
van Brusselse ziekenhuizen
Het onderzoeksproject omvat zowel een kwantitatieve registratiestudie als een kwalitatieve
interview- en focusgroepstudie
1. Registratiestudie van suïcidepogingen op spoedgevallendiensten
Gedurende 1 jaar zullen in minstens 5 Brusselse spoedgevallendiensten gegevens
verzameld worden over patiënten die worden opgenomen naar aanleiding van een
suïcidepoging. Aan de hand van een gevalideerd meetinstrument zullen zowel de
karakteristieken van de suïcidepogers als de verleende (psychosociale) opvang in kaart
worden gebracht.
2. Interview- en focusgroepstudie
Er zullen semi-gestructureerde interviews worden afgenomen bij de diensthoofden
(medisch en verpleegkundig) van de afdelingen spoedgevallen en -desgevallend psychiatrie
van Brusselse ziekenhuizen. Dit zal leiden tot een overzicht van eventuele bestaande structuren of werkwijzen van opvang van suïcidepogers, alsook van de barrières die een goede opvang in de weg staan. Anderzijds zullen er focusgroepen worden uitgevoerd met vertegenwoordigers uit de Brusselse instellingen en diensten voor geestelijke gezondheidszorg (ambulant en residentieel). Naast het inventariseren van bestaande samenwerkingsstructuren tussen spoedgevallendiensten en diensten voor geestelijke gezondheidszorg, zullen deze focusgroepen ook resulteren in een reeks voorstellen voor het ontwikkelen van transmurale zorgpaden voor de opvang van suïcidepogers.
De bevindingen van dit onderzoeksproject zullen beleidsmakers en preventiewerkers in staat
stellen om risicogroepen voor suïcide in het Brussels Gewest beter te identificeren. Bovendien zal de studie inzicht bieden in de wijze waarop suïcidepogers momenteel worden
opgevangen in de spoedgevallendiensten en in hoeverre zij worden doorverwezen naar
gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg. Tenslotte zal het onderzoek ook leiden tot
concrete aanbevelingen voor het ontwikkelen van een transmuraal zorgpad voor de opvang
van suïcidepogers, op maat van de Brusselse context.
Acronym | BRGEOZ251 |
---|---|
Status | Finished |
Effective start/end date | 1/01/14 → 31/12/15 |
Keywords
- Informal Care
- Prevention Prognostic Factors
- Prevention
- Terminal Care
- Social Inequality And Health
- Epidemiology
- HIV/AIDS care
- Technology Assessment
- Terminal Home Care
- Evaluation Of Health Care
- Multiethnic Society And Health
- Organisation Of Health Care
- Health Education
Flemish discipline codes in use since 2023
- Health sciences
- Psychology and cognitive sciences
- Anthropology
- Sociology
Fingerprint
Explore the research topics touched on by this project. These labels are generated based on the underlying awards/grants. Together they form a unique fingerprint.