Archeologisch vooronderzoek te Bredene Noord-Ede: Historisch onderzoek en landschappelijke boorkartering

Het archeologisch vooronderzoek te Bredene (prov. West-Vlaanderen) vindt plaats ter
hoogte van het projectgebied Noord-Ede. Op dit terrein wordt in de nabije toekomst een
verkaveling aangelegd. Omdat deze werken in grote mate archeologische sporen kunnen
vernietigen, stuurde de Vlaamse Overheid, Agentschap Ruimte en Erfgoed aan op een
vooronderzoek bestaande uit drie onderdelen: een historisch bureauonderzoek, een
landschappelijke boorkartering en een proefsleuvenonderzoek. Dit interimrapport bevat de
resultaten van het historisch en landschappelijk onderzoek en formuleert een advies en plan
van aanpak voor het proefsleuvenonderzoek1.
De opdrachtgever van deze studie is de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW).
De Westvlaamse Intercommunale (WVI), de bouwmaatschappij De Gelukkige Haard,
Bouwmaatschappij cvba Woonwel en Bouwmaatschappij cv De Oostendse Haard zijn
eigenaren van de terreinen.
Het onderzoek wordt uitgevoerd door Ruben Willaert bvba2 en wordt geleid door Caroline
Ryssaert. Het historisch onderzoek wordt uitgevoerd door Dries Tys (Vrije Universiteit
Brussel) en Dagmar Germonprez (Ruben Willaert bvba). Dit onderdeel vond plaats tussen
december 2009 en februari 2010. Het landschappelijk booronderzoek is uitgevoerd door
Cecile Baeteman (Belgisch Geologische Dienst), Janiek De Gryse (Ruben Willaert bvba), Tom
Bonquet (Ruben Willaert bvba) en Caroline Ryssaert (Ruben Willaert bvba).



Op basis van het tot nu toe uitgevoerde vooronderzoek kan rees één zones geslecteerd
worden voor vervolgonderzoek.
De centrale hofstede
Voor deze hofstede is reeds een sloopvergunning aangevraagd. Het door ons uitgevoerde
bouwhistorisch onderzoek bracht geen elementen aan om deze gebouwen verder te
onderzoeken. Wel kunnen er vanaf de vloerniveaus oudere relicten bewaard zijn. Bovendien
kan de sloop schade toebrengen aan ondergrondse structuren die mogelijk teruggaan tot
een laatmiddeleeuwse site. Daarom adviseren wij om deze sloop te beperken tot het
vloerniveau. Het uitbreken van de vloeren en de kelder kan dan naar het archeologisch
onderzoek overgeheveld worden. Ook in deze zone voorzien we een bijkomende evaluatie
door middel van proefsleuven, waarna een gedetailleerd advies zal geformuleerd worden in
het eindrapport.