Abstract
Inleiding: Normaal verouderen gaat gepaard met een afname van reactiesnelheid en een toename van de intra-individuele variabiliteit. Dit kan door middel van cognitieve training opnieuw verbeteren. Weinig onderzoek hieromtrent werd echter verricht bij fragiele ouderen in een woonzorgcentrum.
Methode: In een gerandomiseerd onderzoek worden de reactietijden van fragiele ouderen die deelnemen aan een cognitief reactiesnelheidsprogramma (N= 24) vergeleken met fragiele ouderen die een klassieke geheugentraining volgen (N= 26), gedurende 12 sessies, 3x30min/week. Tijdens het cognitief reactiesnelheidsprogramma dienen de deelnemers zo snel en accuraat mogelijk te reageren. Drie testen, zijnde een enkelvoudige reactiesnelheidstaak, een vier-keuze reactiesnelheidstaak en een meerkeuze reactiesnelheidstaak met distractie worden voor en na de interventie gemeten met het Van Zomeren's reactietijdentoetsel. Zowel de reactiesnelheid (RT), beslissingstijd (DT) als bewegingstijd (MT) worden gemeten.
Resultaten: Bij de vergelijking van pre- en posttesten wordt op de vier-keuzetaak bij de interventiegroep een significante daling van de interkwartiele DT (p= .019) en de variatiecoëfficiënt (p=.012) van de DT waargenomen. Daarnaast is een significante daling van de interkwartiele RT (p=.032) en van de variatiecoëfficiënt van de MT (p=.047) aanwezig op de meerkeuzetaak met distractie. Voor de andere variabelen worden geen significante verschillen vastgesteld.
Conclusie: Deze studie toont aan dat een verbetering van de intra-individuele variabiliteit bij fragiele ouderen mogelijk is door cognitieve reactiesnelheidstraining. Mogelijk wordt een groter effect waargenomen indien het trainingsprogramma langer duurt, de oefeningen frequenter worden aangeboden en rekening wordt gehouden met het individueel niveau van de deelnemers. Bijkomend onderzoek naar de transfereerbaarheid van deze resultaten naar het dagelijkse leven zijn wenselijk.
Methode: In een gerandomiseerd onderzoek worden de reactietijden van fragiele ouderen die deelnemen aan een cognitief reactiesnelheidsprogramma (N= 24) vergeleken met fragiele ouderen die een klassieke geheugentraining volgen (N= 26), gedurende 12 sessies, 3x30min/week. Tijdens het cognitief reactiesnelheidsprogramma dienen de deelnemers zo snel en accuraat mogelijk te reageren. Drie testen, zijnde een enkelvoudige reactiesnelheidstaak, een vier-keuze reactiesnelheidstaak en een meerkeuze reactiesnelheidstaak met distractie worden voor en na de interventie gemeten met het Van Zomeren's reactietijdentoetsel. Zowel de reactiesnelheid (RT), beslissingstijd (DT) als bewegingstijd (MT) worden gemeten.
Resultaten: Bij de vergelijking van pre- en posttesten wordt op de vier-keuzetaak bij de interventiegroep een significante daling van de interkwartiele DT (p= .019) en de variatiecoëfficiënt (p=.012) van de DT waargenomen. Daarnaast is een significante daling van de interkwartiele RT (p=.032) en van de variatiecoëfficiënt van de MT (p=.047) aanwezig op de meerkeuzetaak met distractie. Voor de andere variabelen worden geen significante verschillen vastgesteld.
Conclusie: Deze studie toont aan dat een verbetering van de intra-individuele variabiliteit bij fragiele ouderen mogelijk is door cognitieve reactiesnelheidstraining. Mogelijk wordt een groter effect waargenomen indien het trainingsprogramma langer duurt, de oefeningen frequenter worden aangeboden en rekening wordt gehouden met het individueel niveau van de deelnemers. Bijkomend onderzoek naar de transfereerbaarheid van deze resultaten naar het dagelijkse leven zijn wenselijk.
Original language | Dutch |
---|---|
Title of host publication | 37e Wintermeeting Belgische Vereniging voor Gerontologie & Geriatrie Oostende |
Publication status | Published - 21 Feb 2014 |
Keywords
- Older adults