Kunstinitiatief en -productie: een geschiedenis van de institutionalisering, financiering en programmatie van de Belgische 'geluidsfabriek'- het Nationaal Instituut voor de Radio Omroep en haar Groot Symfonisch Orkest - van 1929 tot 1960

Kunstinitiatief en -productie: een geschiedenis van de institutionalistering, financiering en programmatie van de Belgische geluidsfabriek - het Nationaal Instituut voor de Radio Omroep en haar Groot Symfonie Orkest - van 1929 tot 1960


Vanuit het 'production of culture' perspectief, beoogt deze paper de interactie tussen institutionele, politieke en financiële factoren en het artistieke beleid van kunstenorganisaties te onderzoeken. Als bijdrage tot het ruimere onderzoek naar de geschiedenis van privé en publiek kunstinitiatief, focust deze paper specifiek op het Belgisch Nationaal Instituut voor de Radio Omroep en haar orkest, van 1929-1960.
Het N.I.R./I.N.R., gesticht in 1931, profileerde zich, in tegenstelling tot de diversiteit aan politiek gekleurde zendgemachtigde verenigingen van de Nederlandse Omroep, van bij aanvang als een neutraal en nationaal monopolitisch instituut waarin bestaande politieke omroepverenigingen beperkte zendtijd kregen. In 1935 stichtte het N.I.R./I.N.R. het Groot Symfonie Orkest, dat snel een wereldvermaard orkest werd. Het was geroemd om haar hoogstaande live performances en internationaal bekend om haar pionierswerk inzake modernistische muziek. Terwijl in Nederland pas na WOII uitvoerig aandacht werd besteed aan omroeporkesten, hun kwaliteit en de resulterende invloed op het concertleven, had het N.I.R./I.N.R. door haar symfonie orkest reeds in de jaren '30 een niet te onderschatten culturele impact.
Vertrekkend vanuit de politieke context waarin het N.I.R./I.N.R. tot stand kwam en de geschiedenis van haar institutionalisering, financiering en politieke controle, onderzoekt deze studie de invloed van deze factoren op haar artistieke beleid. Vice versa wordt ook de invloed van artistieke keuzes op overheidssteun en politieke besluitvorming belicht. Deze studie poogt het 'hoe' en 'waarom' van het N.I.R./I.N.R. in kaart te brengen, dat begon als een aan entertainment en lichte muziek gewijde omroep en evolueerde naar een cultureel hoogstaand instituut met een internationaal geëerd symfonisch orkest.
Enerzijds levert dit onderzoek een bijdrage aan de historische en empirische kennis van Belgische/Europese omroeporganisaties; anderzijds wil het bijdragen tot een bevraging en verfijning van de theorievorming van het 'production of culture' paradigma, waarin vragen naar de invloed van institutionele factoren op de productie van cultuur centraal staan.