Mild cognitive impairment, informatieverwerkingssnelheid, variabiliteit en aandachtsprocessen.

1 Inleiding.
Mild cognitive impairment (MCI) is een recent ontwikkeld concept dat de preklinische fase van de ziekte van Alzheimer (ZA) tracht te beschrijven. ZA kent een lange asymptomatische fase, waardoor de diagnose vaak laattijdig gesteld wordt en er reeds aanzienlijke irreversibele hersenschade aanwezig is. ZA wordt naast geheugenstoornissen ook gekenmerkt door vertraging van de informatieverwerkingssnelheid, evenals door een verhoogde inter en intra individuele variabiliteit. Daarnaast wijzen een aantal studies op het belang van deficitaire aandachtsprocessen reeds vroeg in het verloop van de ziekte. Niet alle personen die MCI hebben, ontwikkelen effectief ook ZA, maar ze vormen wel een groep met een verhoogd risico. Het is dus belangrijk om cognitieve testen te identificeren die de mogelijkheid om MCI op te sporen vergroten. Het is nog niet duidelijk of informatieverwerkingssnelheid, variabiliteit en aandachtsprocessen reeds aangetast zijn bij MCI en dus eventueel een mogelijkheid bieden om ZA vroegtijdig op te sporen, met als doel vroegtijdig te kunnen interveniëren.
2 Doelstelling.
Nagaan of informatieverwerkingssnelheid, variabiliteit en aandachtprocessen, gemeten via reactietijden, kunnen discrimineren tussen cognitief gezonde ouderen en MCI binnen een klinische setting.
3 Methode.
Vergelijkende studie tussen 1) 27 patiënten met MCI; en 2) een controlegroep bestaande uit 27 cognitief gezonde ouderen, gematched voor geslacht, leeftijd, opleiding en gemoedstoestand.
De twee groepen ondergingen een functionele (basale en instrumentele ADL) en neuropsychologische (mini mental state; Alzheimer disease assessment scale, trail making test A, korte depressieschaal, clinical dementia rating) evaluatie en doorliepen de reactietijdentest volgens van Zomeren om informatieverwerkingssnelheid, inter en intra individuele variabiliteit en aandachtsfuncties te meten. Deze test bestaat uit 5 taken met toenemende complexiteit.
4 Resultaten en besluit.
Dit onderzoek toont aan dat de informatieverwerkingssnelheid bij MCI significant vertraagd is en significant meer variabiliteit vertoont t.o.v. een gematchte controlegroep. Deze verschillen worden groter naarmate de complexiteit van de taak toeneemt. Eveneens blijkt dat ook de aandachtsprocessen reeds bij MCI aangetast zijn. Voornamelijk de intra individuele variabiliteit van de complexere taken heeft een discriminerend vermogen tussen beide groepen. Deze resultaten doen vermoeden dat variabiliteit, naast informatieverwerkingssnelheid een belangrijke parameter voor cognitief functioneren kan zijn.