Orale anticoagulatie

Jan Jacques Michiels, A De Mulder, K Dirven, M. Goossens, A Janssen, Kristin Jochmans, D Mermans

    Research output: Contribution to journalArticle

    Abstract

    Therapie met vitamine K-antagonisten (VKA) of anticoagulerende behandeling wordt in eerste lijn vooral gebruikt voor de preventie en behandeling van trombo-embolische aandoeningen, bij voorkamerfibrillatie (in secundaire preventie en voor defibrillatie, en bij bepaalde risicogroepen in primaire preventie), bij hartklepprothesen en bij patiënten met vasculaire grafts en een hoog risico op occlusie of amputatie.
    In België is het doorgaans de huisarts die de behandeling met VKA begeleidt en superviseert. Hij is zowel voor het voorschrijven van VKA-tabletten als voor de opvolging van deze behandeling verantwoordelijk. Hij krijgt echter meermaals te maken met het risico op bloedingen en andere bijwerkingen en ondervindt ook de praktische moeilijkheden die gepaard gaan met deze veeleisende therapie (frequente opvolging, dosisinstelling en -aanpassing, interacties, ...).
    Een retrospectieve cross-sectionele studie in België toont aan dat de kwaliteit van de anticoagulerende behandeling suboptimaal is, in vergelijking met de cijfers uit de litteratuur. Volgens de Britse richtlijnen moet 50% van de INR-waarden binnen het therapeutische bereik (+/- 0.5 INR)van de streefwaarde liggen; 80% van de INR-waarden zou niet meer dan 0.75 INR van de streefwaarde mogen zijn. In de Belgische studie was dit laatste slechts bij 66% het geval. Ook de incidentie van belangrijke bloedingen was in de Belgische studie met 5.5 per 100 patiëntjaren hoger dan in andere studies.
    Original languageDutch
    Pages (from-to)1-37
    Number of pages37
    JournalHuisarts nu
    Volume39
    Publication statusPublished - 2010

    Keywords

    • anticoagulation

    Cite this