Abstract
Als gevolg van een aantal maatschappelijke veranderingen is de spanning tussen betaalde arbeid en andere levenssferen toegenomen. De opkomst van de diensten- en kenniseconomie vanaf de jaren'70 gaat gepaard met een toename van de vrouwelijke tewerkstelling, nieuwe organisatie- en werkvormen en een veranderende inhoud van werk. Steeds meer mensen zijn taakcombineerders geworden die betaalde arbeid en een gezin verzoenen. Daarnaast is het aanbod in de vrijetijdssfeer toegenomen. In onze samenleving zijn de ambities gestegen en willen mensen zich zowel in de levenssfeer van betaalde arbeid, als in deze van gezin en vrije tijd realiseren. Niet zelden ontstaat een verzuchting naar minder werk om al deze ambities waar te maken. Het onderbreken van de loopbaan is één van de manieren om deze verzuchting in praktijk te brengen.
Loopbaanonderbreking en tijdskrediet werden in het leven geroepen om de arbeidsdeelname te vergemakkelijken en mensen langer aan het werk te houden. Daarnaast is het bereiken van een hogere levenskwaliteit een belangrijke betrachting.
In deze studie evalueren we beide doelstellingen. We vergelijken werkenden en loopbaanonderbrekers van 20 tot 49-jaar en gaan na wat onderbrekers aanzet tot deze beslissing. Niet alleen gezinsfactoren, zoals een groter aantal en jongere kinderen, spelen een rol in de keuze voor onderbreking, ook een minder positieve houding ten aanzien van betaalde arbeid speelt een rol. Het volstaat bijgevolg niet om de combinatie van arbeid en privéleven te vergemakkelijken om de arbeidsmarktdeelname te vergroten. Wel stellen we vast dat vrouwen én mannen tijdens de onderbrekingsperiode betaalde arbeid grotendeels vervangen door huishoudelijk werk en zorg voor de kinderen. Loopbaanonderbreking bij mannen kan dus gendergelijkheid bevorderen. De recreatieve tijd neemt in verhouding veel minder toe. Toch ervaren onderbrekende mannen en vrouwen minder tijdsdruk. Nochtans vullen zij hun tijd schijnbaar druk in: hun tijdsbesteding kent een meer gefragmenteerd en gecombineerd karakter dan bij werkenden. Bij onderbrekende mannen kunnen we de lagere tijdsdruk toeschrijven aan het verminderen van de arbeidstijd. Dit is bij vrouwen niet het geval. Wellicht speelt het vrij kunnen kiezen van de inrichting van zijn tijd bij onderbrekende vrouwen een grotere rol in het reduceren van tijdsdruk, dan de hoeveelheid niet-arbeidstijd en vermeende kwaliteit van die niet-arbeidstijd.
Original language | Dutch |
---|---|
Awarding Institution |
|
Supervisors/Advisors |
|
Place of Publication | Brussels |
Publication status | Published - 2010 |