Abstract
Doel: In de klinische praktijk wordt er vaak vanuit gegaan dat Parkinson-patiënten enkel expliciet kunnen leren. Er is heel wat controverse rond deze vraag aangezien de conclusies van verscheidene studies over impliciet leren mekaar tegenspreken. Een probleem bij dit onderzoek is dat vaak een heterogene populatie wordt onderzocht en dat de studies meestal erg verschillen in opzet. Dit maakt een vergelijking over studies en een veralgemening moeilijk.Mijn verhandeling is een vervolg op een studie van Deroost et al. (2006) waarin men vaststelde dat de meeste Stadium III (Hoehn & Yahr, 1967) Parkinson patiënten toch in staat zijn impliciet te leren. Een kleine groep, die slecht scoren op cognitieve testen, leert echter niet. Een mogelijke hypothese is dat impliciet leren afhankelijk is van het niveau van cognitief functioneren van de patiënt. Mijn opzet is deze hypothese op een systematische manier te toetsen.
Methode: Stadium III Parkinson patiënten worden ingedeeld in twee groepen op basis van hun cognitief functioneren, gemeten met de SCOPA-COG (Marinus et al., 2003). Aan de hand van een gestructureerde seriële reactietijdtaak gaan we na of de proefpersonen in staat zijn impliciet te leren.
Date of Award | 6 Jul 2007 |
---|---|
Original language | English |
Supervisor | Eric Soetens (Promotor), Natacha Deroost (Co-promotor) & Eric Kerckhofs (Co-promotor) |
Keywords
- Parkinson's disease
- implicit learning