“He won the war but lost the plot”: genre en zelf-reflexiviteit in Telling Tales (2014) van Patience Agbabi

Activiteit: Talk or presentation at a conference

Description

In deze presentatie bestudeer ik het gebruik van zelf-reflexieve verteltechnieken in Telling Tales (2014) van Patience Agbabi, een eigentijdse “remix” van Chaucers Canterbury Tales (2). Naast thematische zelf-reflexiviteit (metacommentaren over dichterschap en creativiteit) verdiepen o.a. ook lezeraansprekingen, mise-en-abyme en gelaagde intertekstualiteit het meta-level van deze herschrijving. In de eerste plaats onderzoek ik hoe zelf-reflexiviteit in de aparte gedichten nadruk legt op genreconventies, of zelfs voor vernieuwing zorgt binnen oudere en nieuwere genres van ‘performance poetry’, “from the grime to the clean-cut iambic” (Agbabi 1).
Bovendien wordt het metalevel van elk individueel gedicht versterkt door het kader van de raamvertelling, dat op zijn beurt genreconventies van ‘performance poetry’ en van Chaucers origineel nadrukkelijk uitvergroot of in vraag stelt. Een fictionele ‘poetry-slam’-wedstrijd op een bus van Londen naar Canterbury vormt het kader van deze raamvertelling, compleet met een proloog, een structuur gebaseerd op de fysieke haltes en een auteurslijst met biografieën. Ondanks de nadruk op de mondelinge aard van ‘performance poetry’ in dit werk én de audioversie die Agbabi van vele gedichten insprak, experimenteert ze expliciet met schriftelementen die in audio onhoorbaar blijven (o.a. spelling, lettertypes, hoofdlettergebruik en acrostichon). Zelf-reflexieve verteltechnieken in Telling Tales bieden dus niet alleen een nieuwe kijk op de traditionele poëtische genres (bv. hoofse romance, fabliau, allegorie...), maar ook op de (inter)medialiteit van ‘performance poetry’.
Deze case study situeert zich binnen mijn doctoraatsonderzoek “Self-Reflexivity and Generic Change in 21st-Century Black British Women’s Literature”, een FWO-project dat naar een systematisering van de esthetische, culturele en politieke functies van hedendaagse metafictie streeft, met als primaire hypothese dat zelf-reflexiviteit als een katalysator voor genreverandering optreedt. Daarnaast doelt dit project op een herziening van eerdere theorieën omtrent metafictie, waarin lang exclusief op een westers, wit en mannelijk corpus gefocust werd en waarin zelf-reflexiviteit en politiek engagement doorgaans als tegenpolen voorgesteld werden (Fenstermaker 2008; Upstone 2015). Niets is echter minder waar met blik op het hedendaagse zwart-Britse corpus van vrouwelijke schrijvers van dit project en op de casestudy van Telling Tales. Zo nuanceert/versterkt zelf-reflexiviteit op discourse-level de thematische representatie van hedendaagse crises in Telling Tales (o.a. de crisis van digitale communicatie, van globale mobiliteit, van ‘belonging’, van creativiteit en van de commercialisering van kunst). Door metafictie te benaderen vanuit feministische, postkoloniale en genre-theoretische perspectieven wil dit project een bijdrage leveren tot de “aesthetic turn” in Black-British studies, die in 2007 door Victoria Arana gepostuleerd werd om tegengewicht te bieden tegen de sociologisch-dominante kritische receptie van BIPOC-auteurs.
Periode17 mrt 2023
Gehouden opKoninklijke Zuid-Nederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis, Belgium
Mate van erkenningNational