De constructie en evolutie van jonge adolescenten hun sekse rol attitudes: individuele, thuis en school-gerelateerde determinanten en de relatie met schoolse prestaties en klasgedrag van leerlingen.

Al meer dan 40 jaar zijn de verschillen tussen jongens en meisjes in het onderwijs een punt van zorg in het academische en publieke debat. In veel Noordelijke landen presteren meisjes beter dan jongens. Geslachtsposities (gesënde perspectieven op de rollen van mannelijke en vrouwelijke individuen) zijn geïdentificeerd als antecedenten van ongelijkheden in academische prestaties door hun invloed op b.v. schoolattitudes, school behoren en verwachtingen voor academisch succes. Bovendien zijn SRA gekoppeld aan verschillende maatschappelijke uitkomsten, zoals participatie op de arbeidsmarkt, overtuigingen over gewelddadig en crimineel gedrag en verdraagzaamheid tegenover anderen. Deze studie met gemengde methoden - met behulp van grootschalige longitudinale onderzoeksgegevens van 3 jaar en kleinschalige video-geregistreerde observaties van gedrag in het klaslokaal - zoomt in op (1) de constructie van de SRA van jonge adolescenten, gericht op de invloed van individu, thuis en school -gerelateerde determinanten en (2) de invloed van SRA op gedifferentieerde onderwijsresultaten en gedrag in de klas. Een levensloopbenadering wordt toegepast, waarbij SRA wordt beschouwd als gesitueerd, ervaringsgerelateerd en in de loop van de tijd veranderend. Bovendien maakt de studie gebruik van een intersectioneel geïnformeerde benadering om SRA te onderzoeken op de kruising van meerdere diversiteitsdimensies. Dit onderzoek wil bijdragen aan theorieën over ontwikkeling en levensloop door inzicht te krijgen in de constructie en evolutie van SRA. Bovendien trachten we aanknopingspunten te bieden voor interventies met het oog op het wijzigen van SRA en dus mogelijke onderwijsverschillen te verkleinen.