Dit project beoogt een nieuw contextgevoelig en agency-gericht theoretisch model voor te stellen om online desinformatie te bestuderen, waarbij post-structuralistische denkrichtingen worden gecombineerd met het Exit, Voice, Loyalty-model van Hirschman, om ons begrip van online desinformatie als manifestaties van onvrede en wantrouwen te bevorderen.
In dit project dient het post-structuralisme als de belangrijkste politieke theorie om de context te bestuderen waarin desinformatie (vruchtbare) grond vindt, terwijl het EVL-model van Hirschman een kader biedt om individueel gedrag te bestuderen als reactie op grote politieke crises. Contextualisering van het succes van online desinformatie onthult desinformatie als een reactie gevoed door politieke onvrede van het publiek met de politieke elite, omdat er geen andere optie wordt gezien voor zinvolle verandering in de politiek. Dit betekent dat desinformatie burgers een mogelijkheid biedt om hun ongenoegen over de staat of bepaald beleid te uiten en online groepen te vormen die hun standpunten op fora of sociale media bundelen.
Politieke en economische hervormingen, met inbegrip van beleid, oproepen tot onderzoek en academische publicaties, in Europa en Noord-Amerika zullen worden geanalyseerd om na te gaan in hoeverre neoliberale hervormingen de mogelijkheid tot politieke verandering hebben gesmoord en agonistische groepen en partijen in een antagonistische gezindheid hebben geduwd (H1). Verder zullen online groepen die desinformatie verspreiden, ook tijdens verkiezingsperiodes in de EU, de VS en het VK, worden geobserveerd, met behulp van Hirschman's Exit, Voice and Loyalty model, om te testen in hoeverre individuen die de mainstream media en kwalitatieve journalistiek hekelen, gebruik maken van een "voice through exit" optie via sociale media en online fora (H2). Methodologisch maken we gebruik van documentanalyse, online participerende observatie en interviews.
Dit project draagt bij aan bestaande kennis over desinformatie door onderzoek te doen naar politieke drijfveren en het analyseren van individuele online agency. Bovendien levert het zeer relevante inzichten op over de thema's online groepsvorming, activisme, populisme en desinformatie. Het levert een bescheiden, maar belangrijke bijdrage aan de zich ontwikkelende school van het post-structuralisme door een hedendaagse casestudy te bieden over een maatschappelijk onderwerp dat tot verdeeldheid leidt. Ten slotte zou het de relevantie van Hirschman's model voor ons begrip van individuele agency in het (politieke) communicatieproces en de online publieke sfeer nieuw leven inblazen en aantonen.