Dagdagelijkse Europeanisering in de Europese periferie: naar een performatieve benadering in EU studies

Tot nu toe heeft onderzoek in EU-studies prioriteit gegeven aan structuren, instellingen en actoren; en heeft het vooral vertrouwd op positivistische methoden, waarbij de alledaagse routines worden genegeerd. Om dit gat te verhelpen, stelt dit project een performatieve benadering voor om te begrijpen hoe europeanisering als een alledaags project functioneert. Het neemt de notie van performantie aan en beargumenteert dat het in de manier is waarop dagelijkse praktijken worden uitgevoerd die ons naar de bodem kunnen brengen van hoe EUropa wordt uitgevoerd, hoe Europees is, in tegenstelling tot niet-Europees, genormaliseerd en gerechtvaardigd in verschillende periferieën. Met andere woorden, hoe EUrope voorkomt in alledaagse en banale praktijken zoals straatprestaties, muziekfestivals, schoolcurricula, mode en dergelijke. Om dit te doen, neemt het project het bestaande onderzoek naar de zaak Kosovo (Westelijke Balkan) als uitgangspunt om EUrope en Europeanisering in kaart te brengen en te problematiseren als performatieve oefeningen in verschillende periferieën, namelijk Oekraïne (Oost-Europees partnerschap) en Peru (Latijns-Amerika). ). Het project heeft drie hoofddoelen: één, identificeer de vorming van EUropeese subjectiviteiten in elk geval; twee, onderzoeken hoe deze subjectiviteiten EUrope in zijn periferieën verklaren, vormen en creëren; en drie: identificeer de beleidsimplicaties van deze subjectiviteiten voor de EU en haar externe betrekkingen met deze drie periferieën.