Fertiliteitspreservatie bij jongens behandeld voor kanker: evaluatie van de impact van het wegnemen van testiculair weefsel op jonge leeftijd op de latere pubertaire ontwikkeling en fertiliteit (prospectieve studie)

De overlevingskans van kinderen met kanker is gestegen dankzij verbeterde kankertherapieën. Hoewel lang werd aangenomen dat kinderen minder neveneffecten ondervonden, weten we nu dat ook zij een risico lopen op levenslange steriliteit. Aangezien spermatogenese pas start bij de puberteit, kunnen prepubertaire jongens geen zaadstaal inbanken vóór de start van de behandeling. Omdat de testes spermatogoniale stamcellen bevatten vanaf de geboorte, kan het invriezen van testisweefsel latere steriliteit voorkomen. Onze onderzoeksgroep heeft baanbrekend werk verricht m.b.t. het ontwikkelen van een klinisch programma voor fertiliteitspreservatie. Sinds 2002 heeft het UZ Brussel testisweefsel van >100 jongens ingevroren. Sommige van deze patiënten worden opgevolgd door een oncoloog en endocrinoloog. Een retrospectieve studie toonde aan dat deze opvolging weinig gestandaardiseerd was met onregelmatige opvolging en veel ontbrekende data. Daardoor konden geen sterke conclusies worden getrokken i.v.m. het effect van een testiculaire biopsie tijdens de kindertijd op de latere pubertaire ontwikkeling en fertiliteit. A.d.h.v. deze data konden we wel het opvolgingsprotocol verbeteren. Nu is ons doel om het nieuwe opvolgingsprotocol te gebruiken in een prospectieve studie om de impact van het wegnemen van testisweefsel te evalueren op de latere pubertaire ontwikkeling en de fertiliteit op volwassen leeftijd. Dit zal lei