Dit project vergelijkt het onderwijs Frans en Engels in de 1ste graad van het secundair onderwijs in Vlaanderen. Het vetrekpunt vormen de bevindingen en het descriptief-theoretisch kader ontwikkeld in het kader van een gelijkaardig voorgaand onderzoek naar het vreemdetaalonderwijs Frans en Engels in de 3de graad van het secundair onderwijs in Vlaanderen (Housen, Janssens & Pierrard 2001). Drie aspecten van het onderwijsleerproces worden geëvalueerd, voor elk van de twee talen:
(1) Onderwijskundige factoren (bv. leerplannen, eindtermen, methodologisch-didactische aanpak);
(2) Motivaties en attitudes van leerlingen en leerkrachten;
(3) Taalvaardigheden van de leerlingen.
Aspecten (2) en (3) worden onderzocht bij het begin en op het einde van de 1ste graad d.m.v. een comparatief, cross-sectioneel veldonderzoek op basis van een willekeurige steekproef van 600 leerlingen.
De bedoeling is om op basis van de verworven inzichten aanbevelingen te formuleren voor de optimalisatie van het beleid en de praktijk van het onderwijs Engels en Frans.