Gezien de alomtegenwoordigheid van metaforen in het dagelijks
taalgebruik, komen vreemdetaalleerders in verschillende fasen van
hun leerproces in aanraking met figuratief taalgebruik. Omdat
conceptuele systemen cultureel en bijgevolg ook linguïstisch
verschillen, missen taalleerders de conceptuele geschiktheid die
nodig is om metaforen in hun vreemde taal te verwerken. De
ontwikkeling van metaforische competentie (MC) werd uitgebreid
bestudeerd in relatie tot de moedertaal van de leerders en hun
taalvaardigheidsniveaus in de vreemde taal, maar er is minder
onderzoek verricht naar MC op discoursniveau en naar het gebruik
van metaforen als referentiële mechanismes in het algemeen. Dit
onderzoek tracht deze leemte op te vullen door metaforische
anaforen te onderzoeken bij vreemdetaalleerders Spaans in relatie
tot verschillende moedertalen, taalvaardigheidsniveaus en het type
metaforische anafoor. Door middel van een reeks leesexperimenten
gebaseerd op eye-tracking en de manipulatie van referentiële afstand
en het aantal concurrenten voor de rol van het antecedent, beogen
we een grondig begrip te ontwikkelen van de linguïstische en
culturele factoren die MC en de metaforische anaforenresolutie
beïnvloeden. Daarnaast willen we ook inzicht verschaffen in de
inferentiële processen en verwerkingsinspanning tijdens de resolutie
van anafora door middel van eye-tracking data.