De belangrijkste onderzoekslijn van de participerende onderzoekers van de Vakgroep Klinische en Levenslooppsychologie VUB is de studie van persoonlijkheidsstoornissen en in het bijzonder de empirische validatie van persoonlijkheidstheorieën, waarbij 2 componenten centraal staan: niveaus van persoonlijkheids(dis)functioneren en het meten van (on)aangepaste trekken. Sinds 2008 wordt ook bijzondere aandacht besteed aan ouderen. Onderzoek naar persoonlijkheid en persoonlijkheidspathologie bij ouderen staat namelijk nog in zijn kinderschoenen en ook de vraag naar meetinstrumenten vanuit de klinische praktijk en beleid is hoog. Daarom is onder meer expertise uitgebouwd op het vlak van ontwikkeling en aanpassing van meetinstrumenten voor persoonlijkheid(spathologie) bij ouderen. Er wordt een brug gemaakt tussen de descriptieve DSM en een therapeutisch georiënteerde diagnostiek en fundamenteel onderzoek. De onderzoeksresultaten dragen bij tot de dimensionale classificatie van persoonlijkheidspathologie, valideren voorstellen voor de classificatie van persoonlijkheidsstoornissen (DSM-5) en beantwoorden verschillende conceptuele en methodologische vraagstukken zoals zelf- versus informant bevraging, handvaten voor klinische praktijk (therapie), uitkomst metingen etc. Lopende doctoraatsstudies bij ouderen richten zich op trek gebaseerde metingen van persoonlijkheid(spathologie), de waarde van informanten metingen, de invloed van as I stoornissen op persoonlijkheidsmeting en de invloed van premorbide persoonlijkheidskenmerken op psychologische en gedragsmatige symptomen bij dementie. Voorts is er onderzoek naar heterotypische continuïteit van adaptieve en maladaptieve persoonlijkheidstrekken, vooral door studies naar persoonlijkheid en persoonlijkheidsstoornissen bij ouderen en is er in klinische populaties epidemiologisch onderzoek naar het voorkomen van persoonlijkheidsstoornissen en comorbiditeit met pathologie en trekken zoals de dementie, depressie etc. Hierbij is expertise uitgebouwd op het vlak van Alzheimer Disease (AD). Aangezien dit de meest voorkomende ziekte is op oudere leeftijd, is het belangrijk deze ziekte zeer vroeg te detecteren opdat behandeling zo snel mogelijk zou opgestart worden. Kennis wordt gecombineerd vanuit twee domeinen, neuropsychologie en biologie, om de vroege detectie van AD te optimaliseren en zo wordt ook tegemoet gekomen aan de recent voorgestelde criteria van the International Working Group for New Research Criteria for the Diagnosis of AD
Samenwerking tussen Prof. Dr. Rossi en Prof. Dr. Dierckx resulteerde onder meer in het promoten van de Leerstoel Klinische ouderenpsychologie, waar Dr. Bas van Alphen op aangesteld is. Deze onderzoekslijn klinische ouderenpsychologie is over een tijdsspanne van de komende vijf jaar vooral gericht op:
? Diagnostisch accuratesse onderzoek ten behoeve van screening en (test)diagnostiek bij ouderen met persoonlijkheidsstoornissen.
? Vertekening van zelfbeantwoording en informantenrapportage bij persoonlijkheids-onderzoek door psychische aandoeningen op as I.
? De invloed van premorbide schemata van de persoonlijkheid op psychologische en gedragsmatige symptomatologie bij dementie.
? Het volledig onontgonnen terrein van de effectmeting van psychotherapeutische interventies bij ouderen met persoonlijkheidsstoornissen door het initiëren van (gerandomiseerd dubbelblind) vergelijkend klinisch onderzoek.
? Ontwikkelingen binnen DSM-5 persoonlijkheidsstoornissen in relatie tot ouderen.