Studie van nieuwe fenomenen in fundamentele deeltjesinteracties bij de Large Hadron Collider te CERN

De huidige theorie in verband met de fundamentele interacties tussen elementaire deeltjes, het Standaard Model, werd in detail experimenteel geverifieerd tot interactie energieën van ongeveer 0.5 TeV. Er zijn echter verschillende hiaten in deze theorie die argumenteren dat nieuwe fenomenen buiten deze theorie moeten bestaan bij hogere interactie energieën. De Large Hadron Collider te CERN zal voor het eerst een duidelijke toegang krijgen tot dit energiedomein. De uitbreiding met de meeste theoretische motivaties is het invoegen van een supersymmetrie. Het voorliggende project heeft tot doel om de signalen van deze supersymmetrie te ontdekken en bestuderen in de deeltjesbotsingen waargenomen door het CMS experiment nabije de Large Hadron Collider. Deze versneller werd operationeel in 2010 en zal dit blijven gedurende ten minste 10 jaar, wat uitermate geschikt is voor de tijdschaal van dit project.



Specifieke experimentele technieken worden aangewend om de zeldzame supersymmetrische signalen te onderscheiden van de overige botsingen. Veel van deze technieken hebben reeds een eerste toepassing gevonden in het onderzoek nabij de Tevatron experimenten te Fermilab waar Freya Blekman meewerkte.



Indien supersymmetrie een onderdeel is van de onderliggende natuur van deeltjesinteracties, verwacht men via simulatie studies dat deze effecten te observeren zijn in de botsingsgegevens van de Large Hadron Collider experimenten. Dit project beoogt bijgevolg het ontdekken of weerleggen van het bestaan van supersymmetrie.