Wat maakt steden? Een transdisciplinaire en comparatieve studie van stedelijke samenlevingen in de pre-moderne Nederlanden

Meer dan de helft van de wereldbevolking vandaag leeft in steden, maar dit is niet altijd het geval geweest. Belangrijke stappen in de ontwikkeling naar onze hedendaagse verstedelijkte samenlevingen werden genomen tijdens de tweede helft van de middeleeuwen in de Lage Landen (ongeveer wat nu België, Nederland, Luxemburg en Noord-Frankrijk is), waar steden het politieke, economische en sociale leven gingen domineren op een manier waarop ze dat niet deden elders in Europa. Terwijl wetenschappers over de hele wereld het middeleeuwse stedelijke leven in dit gebied hebben bestudeerd sinds de negentiende eeuw, konden ze vragen over enkele van de meest cruciale aspecten niet beantwoorden. Hoofdzakelijk verantwoordelijk voor deze frustraties was een traditie waarbij werd gewerkt in geïsoleerde disciplines en steeds teruggekeerd werd naar dezelfde problematische datasets. Make-Up of the Cities kiest daarom voor een transdisciplinaire aanpak en brengt de internationaal erkende expertise van de VUB in geschiedenis, archeologie, geochemie en geneeskunde samen. Samenwerkend als ‘wetenschappers van het verleden’, zal het projectteam vertrekken van de macroscopische osteologische studie van de skeletresten van stadsbewoners om tot een beter begrip te komen van hun gezondheid en levensstijl en van de analyse van de isotopen in dit beendermateriaal om meer licht te werpen op hun herkomst en mobiliteit. De voorganger van dit project heeft reeds aangetoond dat deze aanpak cruciale nieuwe inzichten kan opleveren voor één middeleeuwse stad. Make-Up of the Cities wil nu verkennen in welke mate deze bevindingen van toepassing zijn op de rest van het stedelijke landschap, daarbij de blik verruimend met een focus op drie grote steden en twee kleinere centra. Dit zal het project toelaten om een meer representatief perspectief te ontwikkelen op de stedelijke ervaring tijdens een essentiële periode in de stadsgeschiedenis, om de verschillen tussen middeleeuwse en hedendaagse bevolkingen in te schatten en om methodologieën te ontwikkelen die geschikt zijn om toekomstige multidisciplinaire problemen aan te pakken.