Projectdetails
!!Description
Traditionele opvattingen over taalstandaardisatie zijn lange tijd gevormd door een teleologisch
perspectief, waardoor ons begrip van standaardisatie als een sociaal-historisch fenomeen
voornamelijk gebaseerd is op 'succesverhalen'. Zelfs Haugens invloedrijke standaardisatiemodel uit
1966, dat selectie, codificatie, elaboratie en implementatie omvat, weerspiegelt deze bias. Er
ontbreekt echter nog een overkoepelende studie die deze traditie uitdaagt en standaardisatie vanuit
een niet-teleologisch perspectief bekijkt. Daarom onderzoekt dit project onsuccesvolle
standaardisatiepogingen in het Nederlands tussen 1550 en 1850 via vier deelstudies, om inzicht te
krijgen in het standaardiseringsproces. De linguïstische variabelen die worden onderzocht – (1)
innovatief maar onsuccesvol accentspellingssysteem versus conservatieve clitics, (2) aanvoegende
wijs, (3) puristische alternatieven voor barbarismen, (4) epistolaire formules – vertegenwoordigen
allemaal mislukkingen die verband houden met een van de stadia van Haugen, waardoor een
herinterpretatie van zijn model mogelijk is. De variabelen zijn ook strategisch verbonden met
verschillende belangrijke standaardisatie-actoren – (1) drukkers, (2) grammatici, (3) literaire
auteurs, (4) leraren. Door diverse linguïstische corpora van deze actoren te analyseren, met een
innovatieve focus op mislukte pogingen, zal dit onderzoek het theoretisch kader dat de historische
ontwikkeling van standaardisatie onderbouwt, verrijken en uitbreiden.
perspectief, waardoor ons begrip van standaardisatie als een sociaal-historisch fenomeen
voornamelijk gebaseerd is op 'succesverhalen'. Zelfs Haugens invloedrijke standaardisatiemodel uit
1966, dat selectie, codificatie, elaboratie en implementatie omvat, weerspiegelt deze bias. Er
ontbreekt echter nog een overkoepelende studie die deze traditie uitdaagt en standaardisatie vanuit
een niet-teleologisch perspectief bekijkt. Daarom onderzoekt dit project onsuccesvolle
standaardisatiepogingen in het Nederlands tussen 1550 en 1850 via vier deelstudies, om inzicht te
krijgen in het standaardiseringsproces. De linguïstische variabelen die worden onderzocht – (1)
innovatief maar onsuccesvol accentspellingssysteem versus conservatieve clitics, (2) aanvoegende
wijs, (3) puristische alternatieven voor barbarismen, (4) epistolaire formules – vertegenwoordigen
allemaal mislukkingen die verband houden met een van de stadia van Haugen, waardoor een
herinterpretatie van zijn model mogelijk is. De variabelen zijn ook strategisch verbonden met
verschillende belangrijke standaardisatie-actoren – (1) drukkers, (2) grammatici, (3) literaire
auteurs, (4) leraren. Door diverse linguïstische corpora van deze actoren te analyseren, met een
innovatieve focus op mislukte pogingen, zal dit onderzoek het theoretisch kader dat de historische
ontwikkeling van standaardisatie onderbouwt, verrijken en uitbreiden.
| Acroniem | FWOTM1261 |
|---|---|
| Status | Actief |
| Effectieve start/einddatum | 1/11/24 → 31/10/28 |
Keywords
- Historische sociolinguïstiek
- Standaardisatie
- Vroeg- en Laatmodern Nederlands
Flemish discipline codes in use since 2023
- History and historiography of linguistics
- Dutch language
- Corpus linguistics
- Historical linguistics