Vele stedelijke jongeren - vooral maar niet uitsluitend jongens - verlieten tijdens de vroegmoderne periode het ouderlijk huis om in het atelier van een ambachtsmeester een opleiding te krijgen, met als doel zelf een geschoolde ambachtsman te worden en in de hoop zich ooit als zelfstandige meester te kunnen vestigen. Het is evident dat het leerlingstelsel impact had op vele verschillende gebieden van het sociale en culturele leven, en dat ht tevens belangrijke consequenties had voor het functioneren van stedelijke economieën. Doel van de promotors is licht te werpen op de sociale, culturele en economische dimensies van het leerlingstelsel en de veranderingen die daarin plaatsvonden tijdens de vroegmoderne periode, met bijzondere aandacht voor de vraag welke de consequenties waren van het samenvallen, zowel ruimtelijk als temporeel, van leren, werken en wonen.