Samenvatting
In Wetteren vernielden vorig weekend activisten van Field Liberation Movement (FLM) een gedeelte van een proefveld met genetisch gemodificeerde aardappelen (ggo's). DeVlaamse universiteiten hebben unisono hun verontwaardiging uitgedrukt en kiezen voor een repressieve aanpak: de UGent zal gerechtelijke stappen ondernemen tegen de actievoerders en de KULeuven kondigt al meteen in een persmededeling aan "maatregelen te zullen nemen tegen een onderzoekster die de actie van het Field Liberation Movement verdedigde". Een Gentse professor wist zelfs te verkondigen dat het een zwarte dag was voor de vrije onafhankelijke wetenschap, de democratie en de toekomst van ons land. Ook van de kant van de politici werd meteen fors uitgehaald: "ecoterroristen", "groene taliban", "hooligans" ...
Kom zeg. Laat ons de actie herleiden tot haar ware proporties: een eis om een intens politiek en maatschappelijk debat over ecologie en economie, uitgedrukt via de vernietiging van een gedeelte van een veldproef met aardappelplanten, gepaard gaande met wat schermutselingen en nogal wat aanhoudingen die wellicht tot strafrechtelijke vervolgingen zullen leiden. "Slechts 20 procent van de aardappelplanten op het ggo-aardappelveld zijn verwijderd", is door het Instituut voor Landbouw en Visserijonderzoek (ILVO) meegedeeld, nu het stof wat is gaan liggen. En de onderzoekers lieten ondertussen weten dat de resultaten van de veldproef nog steeds representatief zullen zijn. Van een ramp voor de wetenschap is de actie op het aardappelveld nu herleid tot wat het eigenlijk was: een vorm van "symbolic speech", waarbij de actievoerders de regels van de gerechtvaardigde actie zijn te buiten gegaan.
Dat wetenschappers vrij zijn om onderzoek te doen, staat als een paal boven water, maar deze vrijheid vermindert natuurlijk als hun onderzoek gevolgen heeft die maatschappelijk en/of ecologisch relevant zijn. Ggo-onderzoek in laboratoria is vanuit dit oogpunt verschillend van "open veld onderzoek": in een laboratorium zijn alle parameters en factoren onder controle en beheersbaar. Welnu, in het open veld zijn ze dat niet, en niemand weet, ook de wetenschappers niet, welke hiervan de gevolgen op termijn voor het milieu en de gezondheid kunnen zijn. In het veld worden bijgevolg risico's genomen die veel verder reiken dan in het laboratorium, en dus ook anderen, het milieu en de gezondheid aanbelangen. Of zulke risico's dienen te worden genomen of niet is dan ook een vraag die veel verder reikt dan de wetenschappers alleen, maar ons allen aanbelangt, of minstens al diegenen die zich ongerust en/of betrokken voelen. Zo wordt het wetenschappelijk onderzoek eveneens een politieke zaak, en moeten wetenschappers tegenspraak en participatie van diegenen die zich aangesproken voelen en het afleggen van verantwoording serieus nemen. De aanspraak dat het inroepen van de 'academische vrijheid' wetenschappers boven de politiek en de verantwoording plaatst en het impliciet afdoen van andersdenkenden als irrationele onwetenden, ja zelfs 'idioten', is dan ook hoogst problematisch. Dat is des te meer het geval als onderzoek mede wordt gefinancierd door bedrijven die rechtstreeks belang hebben bij de commercialisering van de resultaten die eruit voortvloeien.
We hebben de academische wereld alleszins niet met dezelfde overgave en pathos zien protesteren tegen de omvorming van het vrije wetenschappelijke onderzoek tot een hoogst competitieve knowledge economy en het steeds meer afhankelijk worden van het onderzoek van partenariaten met de privé-sector, om niet te spreken van de afhankelijkheid van grote biotechbedrijven of multinationals in de agro-industrie.
Tegenover een kwalijke tendens om activisten te criminaliseren en te stigmatiseren staat echter dat een voortdurende, actieve en aanstekelijke participatie van burgers een goede zaak is: het politieke gebeuren wordt hierdoor alert gehouden en aangezwengeld, waardoor het beschermd blijft tegen een steeds dreigende vervreemding en sclerose en tegen de tirannie van meerderheid en vanzelfsprekendheid. In die zin bewijzen actieve burgers, actiegroepen en NGO's het politieke systeem en de samenleving een niet te onderschatten dienst.
Het Straatsburgse Mensenrechtenhof bevestigde bij herhaling het recht om acties en manifestaties te organiseren. Als daarbij niet steeds alle regels worden nageleefd, vindt het Hof dat de overheden daarop niet repressief mogen reageren omdat dit een voor de democratie nefaste 'chilling effect' met zich meebrengt. Integendeel, de samenleving, de democratie, onze leefomgeving is ermee gebaat dat deze stemmen kunnen gehoord worden en luid weerklinken op de plaatsen waar dit impact heeft. Volgens het Straatsburgse Hof moet de vrijheid van meningsuiting vooral worden beschermd wanneer zij betrekking heeft op kritiek en contestatie van beleid en heersende orde, wanneer het gaat om de uiting van ideeën die "kwetsen, schokken of verontrusten". Vanuit deze optiek is de hierboven gemelde persmededeling van de KULeuven bijzonder problematisch, en ruikt die zelfs naar een 'berufsverbot'. Als een werkgever sancties kan opleggen aan een werknemer wegens de politieke standpunten die hij/zij -niet eens op de werkvloer- verdedigt, dan is het ver gekomen, veel te ver, niet alleen naar onze mening, maar eveneens tegen de achtergrond van de Straatsburgse rechtspraak. Cynisch wordt het als zulke sancties worden genomen in naam van het "vrije academische debat". Ondertussen roept de Universiteit Gent alle wetenschappers op om een eendrachtige houding aan te nemen tegenover de "gewelddadige vernieling" en tegen het deconstructief en illegitiem gedrag van de actievoerders. Alsof zo'n eenheidsdenken de enige mogelijke houding is die van "alle" wetenschappers moet verwacht worden. Is men dan vergeten dat controverse, tegenspraak en debat de motor zijn van de wetenschap? Is het niet mede omdat het maatschappelijke debat over de ggo's juist wordt kortgesloten doordat het wordt overgelaten aan de "experten", dat de activisten teruggrijpen naar meer spectaculaire en krachtiger acties, die soms over the edge zijn?
We leven niet in een grot waarin de gewone stervelingen in de duisternis met elkaar gratuite prietpraat uitwisselen terwijl de wetenschappers zich onafhankelijk en ver van ons gewoel uitsloven om ons de enige echte en onomzeilbare toekomst op een gouden schotel te brengen, neen, we leven in één en dezelfde wereld, waarin de wetenschappers de unieke en geweldige taak hebben om zo robuust, pertinent, gestaafd en betrouwbaar mogelijke kennis te produceren, waarmee we, ook in het licht van wat we nog niet weten en wat onzeker is, samen kunnen verder bouwen aan de wereld die we willen.
Wetenschappers zullen ongetwijfeld in staat zijn ons pleidooi voor een bredere discussie naar aanleiding van de uit de hand gelopen bestorming van het aardappelveld in Wetteren niet te vernauwen tot een pleidooi voor of ter verdediging van vernietiging van wetenschappelijk onderzoek, laat staan dat ze ons een inbreuk op onze deontologie als academici in de schoenen zouden schuiven. Onze samenleving heeft er geen baat bij jonge mensen die bekommerd zijn om de kwaliteit van onze leefomgeving en ons voedsel als criminelen te behandelen, als terroristen te stigmatiseren en ze als werknemers wegens hun politieke standpunten disciplinair te straffen.
Kom zeg. Laat ons de actie herleiden tot haar ware proporties: een eis om een intens politiek en maatschappelijk debat over ecologie en economie, uitgedrukt via de vernietiging van een gedeelte van een veldproef met aardappelplanten, gepaard gaande met wat schermutselingen en nogal wat aanhoudingen die wellicht tot strafrechtelijke vervolgingen zullen leiden. "Slechts 20 procent van de aardappelplanten op het ggo-aardappelveld zijn verwijderd", is door het Instituut voor Landbouw en Visserijonderzoek (ILVO) meegedeeld, nu het stof wat is gaan liggen. En de onderzoekers lieten ondertussen weten dat de resultaten van de veldproef nog steeds representatief zullen zijn. Van een ramp voor de wetenschap is de actie op het aardappelveld nu herleid tot wat het eigenlijk was: een vorm van "symbolic speech", waarbij de actievoerders de regels van de gerechtvaardigde actie zijn te buiten gegaan.
Dat wetenschappers vrij zijn om onderzoek te doen, staat als een paal boven water, maar deze vrijheid vermindert natuurlijk als hun onderzoek gevolgen heeft die maatschappelijk en/of ecologisch relevant zijn. Ggo-onderzoek in laboratoria is vanuit dit oogpunt verschillend van "open veld onderzoek": in een laboratorium zijn alle parameters en factoren onder controle en beheersbaar. Welnu, in het open veld zijn ze dat niet, en niemand weet, ook de wetenschappers niet, welke hiervan de gevolgen op termijn voor het milieu en de gezondheid kunnen zijn. In het veld worden bijgevolg risico's genomen die veel verder reiken dan in het laboratorium, en dus ook anderen, het milieu en de gezondheid aanbelangen. Of zulke risico's dienen te worden genomen of niet is dan ook een vraag die veel verder reikt dan de wetenschappers alleen, maar ons allen aanbelangt, of minstens al diegenen die zich ongerust en/of betrokken voelen. Zo wordt het wetenschappelijk onderzoek eveneens een politieke zaak, en moeten wetenschappers tegenspraak en participatie van diegenen die zich aangesproken voelen en het afleggen van verantwoording serieus nemen. De aanspraak dat het inroepen van de 'academische vrijheid' wetenschappers boven de politiek en de verantwoording plaatst en het impliciet afdoen van andersdenkenden als irrationele onwetenden, ja zelfs 'idioten', is dan ook hoogst problematisch. Dat is des te meer het geval als onderzoek mede wordt gefinancierd door bedrijven die rechtstreeks belang hebben bij de commercialisering van de resultaten die eruit voortvloeien.
We hebben de academische wereld alleszins niet met dezelfde overgave en pathos zien protesteren tegen de omvorming van het vrije wetenschappelijke onderzoek tot een hoogst competitieve knowledge economy en het steeds meer afhankelijk worden van het onderzoek van partenariaten met de privé-sector, om niet te spreken van de afhankelijkheid van grote biotechbedrijven of multinationals in de agro-industrie.
Tegenover een kwalijke tendens om activisten te criminaliseren en te stigmatiseren staat echter dat een voortdurende, actieve en aanstekelijke participatie van burgers een goede zaak is: het politieke gebeuren wordt hierdoor alert gehouden en aangezwengeld, waardoor het beschermd blijft tegen een steeds dreigende vervreemding en sclerose en tegen de tirannie van meerderheid en vanzelfsprekendheid. In die zin bewijzen actieve burgers, actiegroepen en NGO's het politieke systeem en de samenleving een niet te onderschatten dienst.
Het Straatsburgse Mensenrechtenhof bevestigde bij herhaling het recht om acties en manifestaties te organiseren. Als daarbij niet steeds alle regels worden nageleefd, vindt het Hof dat de overheden daarop niet repressief mogen reageren omdat dit een voor de democratie nefaste 'chilling effect' met zich meebrengt. Integendeel, de samenleving, de democratie, onze leefomgeving is ermee gebaat dat deze stemmen kunnen gehoord worden en luid weerklinken op de plaatsen waar dit impact heeft. Volgens het Straatsburgse Hof moet de vrijheid van meningsuiting vooral worden beschermd wanneer zij betrekking heeft op kritiek en contestatie van beleid en heersende orde, wanneer het gaat om de uiting van ideeën die "kwetsen, schokken of verontrusten". Vanuit deze optiek is de hierboven gemelde persmededeling van de KULeuven bijzonder problematisch, en ruikt die zelfs naar een 'berufsverbot'. Als een werkgever sancties kan opleggen aan een werknemer wegens de politieke standpunten die hij/zij -niet eens op de werkvloer- verdedigt, dan is het ver gekomen, veel te ver, niet alleen naar onze mening, maar eveneens tegen de achtergrond van de Straatsburgse rechtspraak. Cynisch wordt het als zulke sancties worden genomen in naam van het "vrije academische debat". Ondertussen roept de Universiteit Gent alle wetenschappers op om een eendrachtige houding aan te nemen tegenover de "gewelddadige vernieling" en tegen het deconstructief en illegitiem gedrag van de actievoerders. Alsof zo'n eenheidsdenken de enige mogelijke houding is die van "alle" wetenschappers moet verwacht worden. Is men dan vergeten dat controverse, tegenspraak en debat de motor zijn van de wetenschap? Is het niet mede omdat het maatschappelijke debat over de ggo's juist wordt kortgesloten doordat het wordt overgelaten aan de "experten", dat de activisten teruggrijpen naar meer spectaculaire en krachtiger acties, die soms over the edge zijn?
We leven niet in een grot waarin de gewone stervelingen in de duisternis met elkaar gratuite prietpraat uitwisselen terwijl de wetenschappers zich onafhankelijk en ver van ons gewoel uitsloven om ons de enige echte en onomzeilbare toekomst op een gouden schotel te brengen, neen, we leven in één en dezelfde wereld, waarin de wetenschappers de unieke en geweldige taak hebben om zo robuust, pertinent, gestaafd en betrouwbaar mogelijke kennis te produceren, waarmee we, ook in het licht van wat we nog niet weten en wat onzeker is, samen kunnen verder bouwen aan de wereld die we willen.
Wetenschappers zullen ongetwijfeld in staat zijn ons pleidooi voor een bredere discussie naar aanleiding van de uit de hand gelopen bestorming van het aardappelveld in Wetteren niet te vernauwen tot een pleidooi voor of ter verdediging van vernietiging van wetenschappelijk onderzoek, laat staan dat ze ons een inbreuk op onze deontologie als academici in de schoenen zouden schuiven. Onze samenleving heeft er geen baat bij jonge mensen die bekommerd zijn om de kwaliteit van onze leefomgeving en ons voedsel als criminelen te behandelen, als terroristen te stigmatiseren en ze als werknemers wegens hun politieke standpunten disciplinair te straffen.
Originele taal-2 | Dutch |
---|---|
Pagina's | 24-25 |
Aantal pagina's | 2 |
Specialist publicatie | De Standaard |
Status | Published - 1 jun 2011 |