Een bomvolle parochiezaal? De publiekssamenstelling van het amateurtheater

Onderzoeksoutput: Meeting abstract (Book)Research

Samenvatting

Deze studie tracht de weinige wetenschappelijke gegevens over het amateurtheaterpubliek in Vlaanderen aan te vullen. Publieksonderzoek bij twaalf aselect gekozen gezelschappen in Vlaams-Brabant en Brussel leverde 1082 bruikbare vragenlijsten op. Het amateurtheaterpubliek bestaat voornamelijk uit de jongste en oudste leeftijdsgroepen en heeft een hoger cultureel kapitaal dan de Vlaamse bevolking. Het publieksprofiel verschilt echter naargelang de artistieke oriëntering van een voorstelling. De meest artistiek gerichte opvoeringen hebben een jonger publiek, dat een grotere reisafstand aflegt, een hoger cultureel kapitaal heeft en meer sociaal gemotiveerd wordt om te participeren aan een voorstelling dan het publiek van eerder sociaal gerichte opvoeringen.

Surveyonderzoek in Vlaanderen onderscheidt nauwelijks amateur van professionele theatervoorstellingen, hoewel dit beleidsrelevant kan zijn. Het Vlaams cultuurbeleid wijst beiden immers een ander decreet toe, respectievelijk het Amateurkunsten- en Kunstendecreet. Daarnaast zorgt de kleinere aandacht in publieksonderzoek voor voorstellingen in kleine zalen dat er over het publiek van deze doorgaans door amateurs gespeelde opvoeringen minder wetenschappelijke cijfers zijn. Naast een meer gedetailleerd inzicht in receptieve cultuurparticipatie is dit onderzoek van belang voor OPENDOEK. Deze koepelorganisatie voor het amateurtheater in Vlaanderen kan met de resultaten van deze studie meer inzicht in toeschouwers krijgen en zo haar decretale opdracht van theaterbeleving vervullen. Daarnaast kan inzage in het publieksprofiel eveneens een meerwaarde voor de bevraagde amateurtheatergezelschappen bieden. Volgende onderzoeksvragen staan voorop: 1)Wat is het publieksprofiel van het publiek van de Vlaams- Brabantse en Brusselse amateurtheatergezelschappen aangesloten bij OPENDOEK ? 2)Verschilt het publieksprofiel van de Vlaams-Brabantse en Brusselse amateurgezelschappen aangesloten bij OPENDOEK naargelang soort opvoering?

Een gestratificeerde aselecte steekproef leverde twaalf amateurtheatergezelschappen uit Vlaams-Brabant en Brussel op. Om de diversiteit van het amateurtheaterlandschap te bewaren, kozen we drie verschillende strata om de verschillende theatergezelschappen op te delen. Deze waren: artistieke oriëntering (meest artistiek, eerder artistiek en eerder sociaal gericht), locatie van opvoering (parochie of feestzaal en eigen zaal, cultureel of gemeenschapscentrum) en aantal producties per jaar (een en meerdere). In de periode november 2012 tot en met maart 2013 deelden vrijwilligers bij elk theatergezelschap bij één voorstelling gestandaardiseerde papieren vragenlijsten uit aan het publiek. Het publiek vulde de vragenlijst ter plaatse in. Dit leverde 1082 bruikbare vragenlijsten op (bruikbare respons: 70.3%). De vragenlijsten werden ingegeven in statistische software (SPSS) en daarmee ook geanalyseerd. Dit resulteerde eerst in een beschrijvend gedeelte over het publiek van het amateurtheater en vervolgens vergelijking van het publieksprofiel tussen verschillende soorten voorstellingen.

De resultaten tonen dat zowel de jongste als de oudste leeftijdsgroepen m.u.v. 75+ oververtegenwoordigd zijn in het publiek in vergelijking met de Vlaamse bevolking. Daarnaast bezit het amateurtheaterpubliek meer cultureel kapitaal dan de Vlaamse bevolking en zijn de meest voorkomende bezoekmotieven uit belangstelling voor de acteurs en om te ontspannen. Tot slot blijkt het bezoeken van amateurtheater een sociale gebeurtenis. Voornamelijk persoonlijk contact brengt toeschouwers op de hoogte van de voorstelling en de voorstelling wordt doorgaans met anderen bezocht en omdat anderen me meevroegen is een relatief belangrijk bezoekmotief. Tot slot staat het merendeel van de bezoekers in verband met de acteurs, het theatergezelschap of de organisatie. Niettemin staat ook een vierde van het publiek niet in relatie tot de acteurs of het toneelgezelschap.

De diversiteit van het amateurtheaterlandschap weerspiegelt zich ook in de samenstelling van het publiek. De meest artistiek gerichte opvoeringen hebben een jonger publiek, dat een grotere reisafstand aflegt, een hoger cultureel kapitaal heeft en meer sociaal gemotiveerd wordt om te participeren aan een voorstelling dan het publiek van eerder sociaal gerichte opvoeringen. Het publiek van de eerder sociaal gerichte voorstellingen is ouder en komt meer uit de nabije omgeving.

Belangrijk is dat verder onderzoek in andere provincies plaatsvindt. Daarnaast is het belangrijk dat het beleid het bijwonen van een amateur theatervoorstelling erkent als receptieve participatie en in verder onderzoek investeert. De studie toont immers dat het amateurtheater een breder publiek aantrekt en dus van maatschappelijk van belang is. Ook verdere kwantitatieve analyses en kwalitatieve bevragingen zijn nodig om o.a. meer inzicht te krijgen in de betekenis van amateurtheater in de nabije omgeving, de beweegredenen van ouderen en verschillen tussen mensen met grotere en kleinere reisbereidheid. Tot slot is het aan OPENDOEK om de resultaten te bespreken en te interpreteren en hun beleid hierop af te stemmen.
Originele taal-2Dutch
TitelOnderzoeksconferentie Cultuurparticipatie en educatie LKCA, Fontys University College, Tilburg, Netherlands
StatusPublished - 25 nov 2013
EvenementUnknown -
Duur: 25 nov 2013 → …

Conference

ConferenceUnknown
Periode25/11/13 → …

Keywords

  • amateur theater
  • cultuurparticipatie
  • publieksonderzoek

Citeer dit