Het verband tussen executieve functies en het dagelijks functioneren bij cognitief gezonde ouderen en patiënten met mild cognitive impairment en met de ziekte van Alzheimer.

Doel Het is belangrijk vroege cognitieve beperkingen bij ouderen snel en efficiënt op te sporen. Executieve functies (EF) en Activiteiten Dagelijks Leven (ADL) zijn onderdelen in de diagnostiek naar milde cognitieve problemen, de samenhang is nog onbekend. Daarom werd in deze studie de relatie onderzocht tussen EF en ADL. Methodologie Bij 37 personen met Mild Cognitive Impairment, 31 met de ziekte van Alzheimer en 36 cognitief gezonde ouderen werden: testen voor EF (Dierfluency, kloktekentest, abstract denken en redeneren uit de Cambridge Cognitive Examination, Frontal Assessment Battery en Trail Making Test (TMT)) en voor ADL (Brussels Integrated Activities of Daily living-questionnaire (BIA)) afgenomen. ADL werd uitgedrukt in globale en cognitieve afhankelijkheidsindexen voor basale (b-) – instrumentele (i)- en geavanceerde (a) -ADL. Deze indexen werden gecorreleerd met de EF-testen. De bijdrage van EF-scores in beperkingen in gerapporteerde ADL werd onderzocht met stapsgewijze meervoudige regressieanalyses. Resultaten Uit de resultaten bleek: (1) de algemene b-ADL-index had zwakke correlaties met alle EF testen (0.249 <r<0.428, alle p<0.05); (2) de cognitieve b-ADL-index had zwakke correlaties (0.208<r<0.336, alle p<0.05) met de meeste EF-testen en geen correlatie met TMT b en b-a en de kloktekentest; (3) alle i- en a-ADL-indexen correleerden zwak tot matig met de EF-testen (0.361<r<0.589, alle p<0.05). Dierfluency en de kloktekentest verklaarden 50% van de variantie in de a-ADL-indexen. Conclusie Inzicht in de wisselwerking tussen EF en ADL kan helpen om beter en sneller milde cognitieve problemen te voorspellen. Mindere resultaten op dierfluency en/of kloktekentest tonen de nood aan voor bijkomende a-ADL-testen en/of opvolging ervan.