Samenvatting
Mitochondriale aandoeningen maken een belangrijk deel uit van de groep metabole ziekten. De frequentie wordt geschat op 1/5.000 geboortes. Het is echter niet eenvoudig om mitochondriale aandoeningen op te sporen omdat ze gekenmerkt worden door een wijd spectrum van klinische symptomen gaande van een lichte spieraandoening tot verschillende orgaansystemen die niet meer goed functioneren. Daarenboven zijn mitochondriën niet alleen afhankelijk van het nucleair DNA, maar hebben ze ook hun eigen mitochondriale DNA. Dit maakt het identificeren van het moleculaire defect soms erg moeilijk. Er zijn een hele reeks mutaties beschreven die meestal gepaard gaan met gelijkaardige symptomen, zoals de MELAS, NARP of MERRF mutaties. Wanneer een patiënt mogelijk een mitochondriale aandoening heeft en geen van de eerder beschreven mutaties aanwezig is, is een uitvoerig onderzoek nodig. Dit proefschrift beschrijft de zoektocht naar verschillende nieuwe mutaties en de pathogeniciteit ervan. Technieken die hiervoor werden gebruikt zijn o.a. DGGE, complementatie studies, RFLP-PCR en single fiber PCR. Om de pathogeniciteit van een eerder beschreven nucleaire mutatie na te gaan werd er gebruik gemaakt van het gistmodel Sacharromyces cerevisia. Tot slot werd de aerobe voorarmtest geïntroduceerd, een eenvoudige en niet invasieve diagnostische test die gebruikt kan worden bij het opsporen van mitochondriale aandoeningen.
Originele taal-2 | English |
---|---|
Toekennende instantie |
|
Begeleider(s)/adviseur |
|
Plaats van publicatie | Brussels |
Status | Published - 2007 |