Samenvatting
Goed, beter, best! ... Is het motto dat schuilt achter de tweemeting van het Vlaams topsportklimaat.
Deze weergave is een "twee-meting van het topsportklimaat". Na de nulmeting in 2003 en de één-meting in 2007, laat deze studie toe de evoluties waar te nemen en te evalueren. Deze evaluatie zal elke vier jaar worden herhaald. Want stilstaan is achteruitgaan in topsport. Dat komt doordat de internationale concurrentie is toegenomen. Wereldwijd hebben landen steeds meer middelen geïnvesteerd in een strategie om topsportsucces te kunnen beïnvloeden. Desondanks blijft het succes in veel landen dalen. Ook België ging er, ondanks toegenomen investeringen zowel in Vlaanderen als Wallonië, niet op vooruit. Topsportsucces hangt meer dan ooit, niet alleen af van wat we zelf beter doen ten opzichte van het verleden, maar nog meer, van wat andere landen doen. Dat maakt de rivaliteit nog groter!
Tegelijk hebben vergelijkbare landen als Noorwegen, Nieuw-Zeeland, Denemarken, Zweden, Zwitserland en Finland -allen met een populatie kleiner dan België- zich weten handhaven in deze mondiale medaillewedloop. Zoals het in de economie frequent gebeurt, zullen ook Vlaanderen en Wallonië hier meedraaien in een benchmarkstudie van het topsportbeleid: beter worden door te leren van de concurrentie. Vlaanderen neemt, met de Vrije Universiteit Brussel aan het roer, de leiding in de coördinatie van wat de grootste internationale vergelijking in topsport ooit mag genoemd worden: SPLISS-II. "Sports Policy factors Leading to International Sporting Success"(SPLISS) is de titel van een internationale onderzoeksgroep topsport. 15 landen hebben meegewerkt aan dit zelfde onderzoek naar het topsportklimaat waarbij met gerichte vragen 126 kritieke succesfactoren geëvalueerd werden. De resultaten hiervan zullen begin 2013 te bekomen zijn.
Deze weergave is een "twee-meting van het topsportklimaat". Na de nulmeting in 2003 en de één-meting in 2007, laat deze studie toe de evoluties waar te nemen en te evalueren. Deze evaluatie zal elke vier jaar worden herhaald. Want stilstaan is achteruitgaan in topsport. Dat komt doordat de internationale concurrentie is toegenomen. Wereldwijd hebben landen steeds meer middelen geïnvesteerd in een strategie om topsportsucces te kunnen beïnvloeden. Desondanks blijft het succes in veel landen dalen. Ook België ging er, ondanks toegenomen investeringen zowel in Vlaanderen als Wallonië, niet op vooruit. Topsportsucces hangt meer dan ooit, niet alleen af van wat we zelf beter doen ten opzichte van het verleden, maar nog meer, van wat andere landen doen. Dat maakt de rivaliteit nog groter!
Tegelijk hebben vergelijkbare landen als Noorwegen, Nieuw-Zeeland, Denemarken, Zweden, Zwitserland en Finland -allen met een populatie kleiner dan België- zich weten handhaven in deze mondiale medaillewedloop. Zoals het in de economie frequent gebeurt, zullen ook Vlaanderen en Wallonië hier meedraaien in een benchmarkstudie van het topsportbeleid: beter worden door te leren van de concurrentie. Vlaanderen neemt, met de Vrije Universiteit Brussel aan het roer, de leiding in de coördinatie van wat de grootste internationale vergelijking in topsport ooit mag genoemd worden: SPLISS-II. "Sports Policy factors Leading to International Sporting Success"(SPLISS) is de titel van een internationale onderzoeksgroep topsport. 15 landen hebben meegewerkt aan dit zelfde onderzoek naar het topsportklimaat waarbij met gerichte vragen 126 kritieke succesfactoren geëvalueerd werden. De resultaten hiervan zullen begin 2013 te bekomen zijn.
Originele taal-2 | Dutch |
---|---|
Titel | Praktijkgids Sportmanagement |
Uitgeverij | F & G Partners |
Pagina's | 79-107 |
Aantal pagina's | 29 |
ISBN van geprinte versie | 90-6716-330-9 |
Status | Published - 2013 |
Keywords
- topsportklimaat