Populatiegrenzen van polycentrische regio’s op basis van het spoorgebonden OV-netwerk

Joren Sansen, Kobe Boussauw, Michiel Van Meeteren

Onderzoeksoutput: Conference paper

41 Downloads (Pure)

Samenvatting

Deze paper vertrekt vanuit het academische debat over de optimale omvang van de stad, waarbij zowel economische agglomeratievoordelen als veronderstelde leefbaarheidsproblemen in rekening worden genomen. Deze literatuur stelt 'drempelwaarden' vast waaraan agglomeraties minimaal aan moeten voldoen om economisch performant te zijn. Vervolgens passen we deze drempelwaarden toe op de polycentrische stedelijke agglomeratie van de ‘Vlaamse Ruit’. Een traditionele manier om de grenzen van een grote monocentrische agglomeratie, en het onderscheid tussen de stedelijke kern en peri-urbane gebieden te visualiseren, is door middel van een afstandverval-functie (1) op basis van bevolkingsdichtheid (2), met als oorsprong het stadscentrum (CBD). Echter, dit type cartografische oefening is minder geschikt om inzicht te verwerven in het functioneren van polycentrische stedelijke agglomeraties, omdat deze bestaan uit meerdere potentieel interagerende en overlappende centra die elk afzonderlijk als centrum van een af te bakenen stedelijke agglomeratie zouden kunnen worden beschouwd. Om op een zinvolle manier polycentrischer en monocentrische agglomeraties met elkaar te kunnen vergelijken, stellen we een visualisatie van de grenzen van deze agglomeraties voor op basis van verschillende bevolkingsdrempels. In plaats van gebruik te maken van de traditionele isochronen, visualiseren we in onze cartografische oefening het cumulatieve aantal inwoners met aflopende bereikbaarheid naar de vier grote kernen binnen de Vlaamse Ruit (Brussel, Antwerpen, Gent en Leuven). Vanuit de ruimtelijke beleidsplanning voor het Vlaamse gewest is er vandaag een toenemende interesse voor stedelijke consolidatie en verdichting in de nabijheid van openbaar vervoerknooppunten. De GIS-gebaseerde methode die we voorstellen steunt daarom sterk op duurzame vervoerwijzen (trein, metro, tram en wandelen), en is daarmee de facto op de spoornetten (inclusief metro, tram en lightrail) geënt. We presenteren twee kaarten: de eerste analyse visualiseert de bevolkingsmassa binnen de Vlaamse Ruit via het toewijzen van gemiddelde ‘theoretische’ snelheden per vervoersmodus. De tweede analyse is gebaseerd op de werkelijke dienstregeling van het openbaar vervoer, en maakt daarmee onderscheid tussen primaire, secundaire en tertiaire transportroutes. De resulterende kaarten kunnen de ontwikkeling van een meer duurzame verstedelijkingsstrategie ondersteunen via het opsporen van locaties voor stedelijke verdichting die bijdragen aan de ontwikkeling van de kritische massa die nodig is om het metropolitane functioneren van de Vlaamse Ruit te verzekeren.
Originele taal-2Dutch
TitelColloquium Vervoersplanologisch Speurwerk 2015 (CVS 2015): Buiten de lijntjes kleuren - Tijd voor een nieuwe aanpak?
Plaats van productieAntwerp
UitgeverijStichting Colloquium Vervoersplanologisch Speurwerk (CVS)
Aantal pagina's15
StatusPublished - 2015
EvenementColloquium Vervoersplanologisch Speurwerk 2015 (CVS 2015): Buiten de lijntjes kleuren - Tijd voor een nieuwe aanpak? - Antwerp, Belgium
Duur: 19 nov 201520 nov 2015

Conference

ConferenceColloquium Vervoersplanologisch Speurwerk 2015 (CVS 2015): Buiten de lijntjes kleuren - Tijd voor een nieuwe aanpak?
Land/RegioBelgium
StadAntwerp
Periode19/11/1520/11/15

Citeer dit