Projecten per jaar
Samenvatting
Inleiding Hoewel de Belgische en de Nederlandse euthanasiewet inhoudelijk sterke overeenkomsten vertonen, zijn er grote verschillen in de controle- en evaluatieprocedure. Wat zijn de voornaamste verschillen?
Methode Een vergelijkende studie over de Belgische en de Nederlandse controle- en evaluatieprocedure voor euthanasie werd uitgevoerd op basis van wetgeving, parlementaire voorbereiding en commissieverslagen.
Resultaten
- In België bestaat er één federale Controle- en Evaluatiecommissie voor Euthanasie; in Nederland vijf Regionale Toetsingscommissies Euthanasie.
- De Belgische commissie is samengesteld uit 16 leden (8 artsen, 4 rechtsgeleerden, en 4 personen uit het werkveld), benoemd voor vier jaar; de Nederlandse uit drie leden (één rechtsgeleerde, één arts en één ethicus), benoemd voor zes jaar.
- De werkwijze van de commissies is gelijkaardig in beide landen: er wordt gecontroleerd/getoetst of de artsen bij de uitvoering van de euthanasie de wettelijke zorgvuldigheidsvereisten hebben nageleefd. In tegenstelling tot in Nederland verloopt deze procedure in België in principe anoniem, tenzij de commissie twijfelt of alle zorgvuldigheidsvereisten werden nageleefd. Enkel in zulk geval wordt de arts gecontacteerd. In Nederland worden alle artsen persoonlijk over het oordeel ingelicht. Bij blijvende twijfel of de arts zorgvuldig gehandeld heeft, stuurt de Belgische commissie het dossier door naar de Procureur des Konings, de Nederlandse commissies naar het College van procureurs-generaal en de Regionaal Inspecteur voor de Gezondheidszorg.
- In beide landen is een recurrente evaluatie voorzien. De Belgische commissie adviseert tweejaarlijks met een statistisch verslag en aanbevelingen aan de wetgevende kamers, de Nederlandse commissies brengen jaarlijks een gezamenlijk verslag van de werkzaamheden uit het afgelopen jaar aan de ministers van Volksgezondheid en Justitie die vervolgens verslag uitbrengen aan de Staten- Generaal over het functioneren van de commissies. In Nederland zijn de commissies op verzoek van de bevoegde ministers reeds twee keer wetenschappelijk doorgelicht. De resultaten zijn telkens gebruikt om de toetsing te verfijnen en te verbeteren. In België ontbreekt deze wetenschappelijke evaluatie.
Discussie Het ontbreken van ethici in de Belgische commissie maakt dat deze niet betrokken zijn bij de maatschappelijke controle, zoals in Nederland. Hierdoor bestaat er in België minder een ethische controle op de euthanasiepraktijk. Het feit dat in Nederland alle artsen persoonlijk over het oordeel van de commissie worden ingelicht, biedt ten opzichte van de in principe anonieme Belgische controleprocedure een didactisch voordeel en kan de kwaliteit van de euthanasiepraktijk meer bevorderen. Een wetenschappelijke doorlichting van de commissie kan ook in België nuttig zijn om de controle- en evaluatieprocedure te verfijnen.
Methode Een vergelijkende studie over de Belgische en de Nederlandse controle- en evaluatieprocedure voor euthanasie werd uitgevoerd op basis van wetgeving, parlementaire voorbereiding en commissieverslagen.
Resultaten
- In België bestaat er één federale Controle- en Evaluatiecommissie voor Euthanasie; in Nederland vijf Regionale Toetsingscommissies Euthanasie.
- De Belgische commissie is samengesteld uit 16 leden (8 artsen, 4 rechtsgeleerden, en 4 personen uit het werkveld), benoemd voor vier jaar; de Nederlandse uit drie leden (één rechtsgeleerde, één arts en één ethicus), benoemd voor zes jaar.
- De werkwijze van de commissies is gelijkaardig in beide landen: er wordt gecontroleerd/getoetst of de artsen bij de uitvoering van de euthanasie de wettelijke zorgvuldigheidsvereisten hebben nageleefd. In tegenstelling tot in Nederland verloopt deze procedure in België in principe anoniem, tenzij de commissie twijfelt of alle zorgvuldigheidsvereisten werden nageleefd. Enkel in zulk geval wordt de arts gecontacteerd. In Nederland worden alle artsen persoonlijk over het oordeel ingelicht. Bij blijvende twijfel of de arts zorgvuldig gehandeld heeft, stuurt de Belgische commissie het dossier door naar de Procureur des Konings, de Nederlandse commissies naar het College van procureurs-generaal en de Regionaal Inspecteur voor de Gezondheidszorg.
- In beide landen is een recurrente evaluatie voorzien. De Belgische commissie adviseert tweejaarlijks met een statistisch verslag en aanbevelingen aan de wetgevende kamers, de Nederlandse commissies brengen jaarlijks een gezamenlijk verslag van de werkzaamheden uit het afgelopen jaar aan de ministers van Volksgezondheid en Justitie die vervolgens verslag uitbrengen aan de Staten- Generaal over het functioneren van de commissies. In Nederland zijn de commissies op verzoek van de bevoegde ministers reeds twee keer wetenschappelijk doorgelicht. De resultaten zijn telkens gebruikt om de toetsing te verfijnen en te verbeteren. In België ontbreekt deze wetenschappelijke evaluatie.
Discussie Het ontbreken van ethici in de Belgische commissie maakt dat deze niet betrokken zijn bij de maatschappelijke controle, zoals in Nederland. Hierdoor bestaat er in België minder een ethische controle op de euthanasiepraktijk. Het feit dat in Nederland alle artsen persoonlijk over het oordeel van de commissie worden ingelicht, biedt ten opzichte van de in principe anonieme Belgische controleprocedure een didactisch voordeel en kan de kwaliteit van de euthanasiepraktijk meer bevorderen. Een wetenschappelijke doorlichting van de commissie kan ook in België nuttig zijn om de controle- en evaluatieprocedure te verfijnen.
Originele taal-2 | English |
---|---|
Titel | 3de Levenseinde Informatieforum, Recht op zorg, zorg om recht - 4 jaar wetgeving inzake patiëntenrechten, palliatieve zorg en euthanasie. Brussel. Poster. |
Status | Published - 24 mrt 2007 |
Vingerafdruk
Duik in de onderzoeksthema's van 'Vergelijking van de controle- en evaluatieprocedure voor euthanasie in België en Nederland.'. Samen vormen ze een unieke vingerafdruk.Projecten
- 1 Afgelopen
-
IWT323: Monitoring the quality of end-of-life care in Flanders (MELC-study)
Leemans, K., Deliens, L., Bilsen, J., Cohen, J., Van den Block, L., Meeussen, K., Chambaere, K., Smets, T., Houttekier, D., Pousset, G. & Van Wesemael, Y.
1/09/06 → 31/08/10
Project: Fundamenteel