Being successful in blended adult education: A person-centered approach

Scriptie/Masterproef: Doctoral Thesis

Samenvatting

Hedendaagsetechnologische ontwikkelingen beïnvloedende beschikbaarheid en inhoud van jobs op de arbeidsmarkt. Hierdoor voelen veel volwassenen een nood om zich te (her)scholen zodat zeinzetbaar worden ofblijven (Vlaamse regering, 2016). Een tweedegevolg van de technologische ontwikkelingen is dat ook het onderwijs verandert (Crevits & Muyters, n.d.).Onderwijs wordt flexibeler dankzij (gedeeltelijk) online cursussen die op elk moment en elke locatie kunnen gevolgd worden (Vlaamse regering, 2016). Het aanbieden van gecombineerdonderwijs, waarin traditioneelcontactonderwijs wordt gecombineerd met onlineafstandsonderwijs, wordt gezien als de toekomst van het onderwijs (Graham, Woodfield, & Harrison, 2013). Daarnaast is hetzeer waardevolvoor volwassenen die naast hun opleiding nog andere verantwoordelijkheden hebben zoals een job en/of een gezin (Liou& Kuo, 2014; Xu & Jaggars, 2013). Echter, gecombineerd onderwijs maakt onderwijswel toegankelijker voor volwassenen, maar het brengt tegelijkertijd enkele uitdagingen met zich mee. Meer specifiek, aangezien de cursist deels zelfstandig de opleiding doorloopttijdens online afstandsmomenten, ligt de grootste verantwoordelijkheid voor het leerproces bij de cursist zelf. Dit vereist specifieke vaardigheden om het leerproces tot een goed einde te brengen (Milligan & Littlejohn, 2014) en maakt het cruciaal om onderzoek te doennaar succesfactorenvanuit het perspectief van de cursist. Voorgaand onderzoek wijst uit dat vooral motivatie en zelfregulerend leren (ZRL)van cruciaal belang zijn voor het succes van de cursist (bv. Yukselturk & Bulut, 2007).Aangeziende steun en sociale druk van medecursisten of docenten in gecombineerd onderwijs gedeeltelijk wegvalt, kan een gevoel van isolatie ontstaan waardoor motivatie een belangrijke factor wordt om door te zetten(Littlejohn, Hood, Milligan, & Mustain, 2016). Zelfregulerend lerendaarentegenis nodig omwille van de vele autonomie die cursisten krijgen in gecombineerde leeromgevingen. De cursisten moeten zelf actief en constructief hun leerproces leiden (Zimmerman, 2015)Ondanks de autonomie blijft hetcruciaal omde cursisten te ondersteunenbij het beheer van hun leerprocessen en het ontwikkelen van de vaardigheden die nodig zijn om te slagen (Rowe & Rafferty, 2013).Echter,informatie ontbreekt over hoe we cursisten kunnen ondersteunen en meer specifiek, op welke factoren kan ingespeeld worden om cursisten hun kans op slagen te verhogen. Ondanks dat gecombineerde leeromgevingen geschikte omgevingen zijn om gepersonaliseerde ondersteuning te voorzien, is de diversiteittussen cursisten in gecombineerd volwassenenonderwijs op vlak van onder andere kennis en vaardigheden zo groot dat het een uitdaging vormt om op maat gemaakte ondersteuning te voorzien. Bovendien maakt de flexibiliteit in tijd en plaats van het onderwijs het moeilijk voor leerkrachtenom hun cursisten te observeren en ze goed te leren kennen. Dit probleem maakt het op zijn beurt een uitdaging om informatie te genereren die nuttig is om cursistenten ondersteunen in hun leerproces. Voorgaand onderzoek naar succesfactoren is vaak uitgevoerd in de context van hogescholen, universiteiten en volledig online onderwijs. Resultaten uit deze onderzoeken zijn niet generaliseerbaar naar de context van gecombineerd onderwijs in een centrum voor volwassenenonderwijs. Ditomdat volwassenen een unieke groep cursistenzijn die verschillen van jongere, traditionele studenten maar ook onderling verschillen binnen hun groep volwassenen (Boeren, 2011).Daarnaast zijn vaardigheden zoals zelfregulatie context specifiek (Schwinger & Stiensmeier-Pelster, 2012).Omwille vande heterogeniteit van cursisten ishet niet aangeradenom één model van ondersteuning aan te bieden voor alle cursisten(Kim, 2012). Daarnaast is het ook tijds-en arbeidsintensief voor leerkrachten om voor elke cursist afzonderlijke ondersteuning te ontwikkelen. Daarom maakt dit proefschriftgebruik van een persoonsgerichte benadering om profielen te ontwikkelenen zo de complexiteit van volwassen cursistente begrijpen. Profielen zijnnamelijkeen effectieve manier om interventies op maat van cursistengroepen te creëren (bv. Dörrenbächer & Perels, 2016; Vansteenkiste, Sierens, Soenens, Luyckx &Lens; 2009).Samengevatis dit proefschrift erop gericht om succesfactoren in gecombineerd volwassenenonderwijs te exploreren vanuit het perspectief van de cursist. Dit wordt gedaan aan de hand van drie algemene onderzoeksdoelen:-Het ontwikkelen van cursistenprofielen op basis van (1) hun motivatie om te participeren in (gecombineerd) volwassenenonderwijs en (2) hun ZRLin gecombineerde leeromgevingen.-Het exploreren van cursisten hun gebruik van zelfregulatiestrategieën tijdens hun leerproces in gecombineerd onderwijs.-Het meten van effecten van cursisten hun prestatiemotivatie en online ZRLop hun succes in gecombineerd volwassenenonderwijs. Deze onderzoeksdoelen vormen het uitgangspunt voor vier studies die elk een hoofdstuk vormen in dit proefschrift. Doorheen deze studies werden zowel kwalitatieve(bv. semi-gestructureerde interviews)als kwantitatieve(bv. vragenlijsten)onderzoeksmethoden toegepast om te onderzoeken wie de cursisten in gecombineerd volwassenenonderwijs zijnmet betrekking tothun motivatie en ZRL, hoe ze leren,en welke factoren belangrijk zijn met betrekking tot het slagen in gecombineerd onderwijs.Als antwoord op het eerste onderzoeksdoel toont hoofdstuk twee van dit proefschrift aan dat er drie profielen te onderscheiden zijn op basis van cursisten hun motivatie om te participeren aan volwassenenonderwijs. De meerderheid van de cursisten situeren zich in het adaptieve profiel dat zowel autonome als gecontroleerde redenen aantoont om te participeren. Ongeveer eenkwart van de cursisten bevindtzich in het zelfgestuurd profiel. Ditbetekent dat deze cursisten vooral autonoom gemotiveerd zijn. Het laatste profiel is het gematigd profiel.Cursistenin dit profielzijn niet zozeer intrinsiek gemotiveerd maar participeren aan hun onderwijs omwille van externe redenen. Verder toont hoofdstuk vier aan dat er drie profielen te onderscheiden zijn op basis van cursisten hun ZRL, namelijk profielenmet een hoge, gemiddelde enlage ZRL. Bovendien werd onderzocht welke waarde de cursisten hechten aan hun (gecombineerd) onderwijs. Resultaten wijzen uit dat cursisten vooral participeren omdat ze hun onderwijs in het algemeen nuttig vindenvoor vooral job-gerelateerd doelen. Inzake de specifieke aanpak van gecombineerd onderwijs, worden vooral kostenaangegeven die gezien worden als negatieve aspecten van het onderwijs, zoals technologische problemen, problemen met de combinatie tussen onderwijs en hun job en familie, of moeilijk te organiseren groepswerk.De kwalitatieve studie in hoofdstuk drie biedt een antwoord op het tweede onderzoeksdoel. De resultaten geven een beeld van welke zelfregulatiestrategieën cursisten gebruiken tijdens hun online afstandsmomenten en tonen aan dat cursisten vooral de computer en het Internet vermijden. Terwijl online afstandsmomenten trachten uit te lokken dat cursistenleren, ideeën delen en communiceren via de computer en het Internet, grijpen cursisten vooral terug naar een papieren cursus en offline hulp van anderen. De cursisten voeren nauwelijks zelfregulatiestrategieën uit via de computer en vermelden de computer of het Internet amper wanneer ze praten over hun afstandsmomenten. Ze denken niet na over hoe ze de computer kunnen gebruiken tijdens hun leerproces en vinden online taakbeschrijvingen en XIIcommunicatie verwarrend en moeilijk. Dit hoofdstuk benadrukt de nood om cursisten te tonen hoe ze een computer en het Internet kunnen gebruiken tijdens het leren en wat de voordelen hiervan kunnen zijn voor hunleerproces.Als laatste biedt hoofdstuk vijf inzichtenin de verschillen tussen succesvolle, onsuccesvolle en uitvallende cursisten op basis van hun prestatiemotivatie en ZRL. Enkel de zelfeffectiviteit –gezien als de mate waarin cursisten zichzelf bekwaam schatten om te leren in gecombineerde leeromgevingen –blijkt verschillend tussen uitvallende en succesvolle cursisten. Meer specifiek geven de resultaten van de studie in dit hoofdstukaan dat hoe hoger de zelfeffectiviteit van cursisten, hoe minder kans dat ze in de groep van uitvallende cursisten zitten in vergelijking met de succesvolle groep cursisten. Verder zijn er verschillen gevonden tussen onsuccesvolle en succesvolle cursisten inzake hun gebruik van taakstrategieën en strategieën om hulp te zoeken. Uit de resultaten blijkt dat hoe meer cursisten gebruik maken van taakstrategieën of strategieën om hulp te zoeken, hoe meer kans ze hebben om bijde groep van onsuccesvolle cursisten te horendan bijde groep van succesvolle cursisten. Verder kunnen we ook een aantalresultaten uithoofdstuk vier gebruiken om het laatste onderzoeksdoel te beantwoorden. Aangezien voorgaande literatuur aangeeft dat ZRLbelangrijk is om te slagen in autonome leeromgevingen zoals gecombineerd onderwijs(bv. Zhu, Au & Yates, 2016), is een hoge ZRLaangewezen. Hoofdstuk vier onderzocht de relatie tussen de prestatiemotivatie van cursisten en hun zelfregulatieprofiel. Hieruit blijkt dat cursisten met een lage SRLminder hun tijd beheren en meer hulp zoeken dan cursisten met een hoge ZRL. Verder is ook te zien dat hoe meer de cursisten waarde hechten aan hun onderwijsomdat het nuttig blijkt te zijn of omdat hun identiteit er positief door wordt beïnvloedt, hoe meer kans ze hebben om in het profiel van cursisten met eenhoge ZRLte zitten.Concluderend vergrootdit proefschrift onzekennis over hoe cursisten in gecombineerd volwassenenonderwijs leren en welke factoren bijdragen tot hun succes. Deze informatie is zowel voor de praktijk van gecombineerd volwassenenonderwijs als voor onderwijskundig wetenschappelijk onderzoek relevant. Voor onderzoek zijn de resultaten uit dit proefschrift een relevantstartpunt voor toekomstig interventieonderzoek om gecombineerde leeromgevingen aan te passen aan de behoeften van de cursisten. Voor de praktijkillustreert het proefschrift op welke cursistenfactoren kan ingespeeld worden om cursisten hun kansen op succes te vergroten. In het laatste hoofdstuk worden concrete suggesties aangehaald zoalsdatscaffolding en computergestuurde adaptieve leeromgevingen kunnen helpen bij het ondersteunen van cursisten in gecombineerd volwassenenon
Datum prijs12 dec 2018
Originele taalEnglish
Prijsuitreikende instantie
  • Vrije Universiteit Brussel
BegeleiderChang Zhu (Promotor), Jo Tondeur (Co-promotor) & Koen Lombaerts (Co-promotor)

Citeer dit

'