Samenvatting
Veel kleine rivieren in België zijn gedomineerd door de groei van macrofyten. Macrofytenhebben verschillende rollen in een aquatisch ecosysteem: ze verhogen de biodiversiteit, ze
reduceren de nutriëntenlading in rivieren, maar ze hebben ook nadelen. Wanneer ze in
overmaat aanwezig zijn, kunnen ze zorgen voor een te hoge waterstand en bijgevolg ook
voor overstromingen. Een water management techniek die veel gebruikt wordt, is het
wegmaaien van de macrofytenbiomassa uit rivieren. Men kent echter niet de invloed van
deze maatregel op de nutriëntweerhoudingscapaciteit in rivieren.
In deze thesis zal men de retentie van stikstof door zoetwater macrofyten kwantificeren en
de invloed nagaan van mogelijk belangrijke controleparameters in de opname van
nutriënten door macrofyten m.n de stroomsnelheid, de speciëssoort, de patchconfiguratie.
Ook de ruimtelijke variabiliteit van de opnamesnelheden van macrofyten in een patch wordt
bestudeerd. De invloeden van boven vermelde parameters kan het inzicht verhogen in de
complexe processen van nutriëntopname door macrofyten. Dit onderzoek maakt deel uit
van een reeks experimenten voor het onderzoeksproject MANUDYN-II, met als bedoeling de
modellisatie van de groei, afbraak en recyclageprocessen van nutriënten door macrofyten.
Deze modellen zijn belangrijk voor de integratie van de rol van macrofyten in een beter
waterbeleid.
Hiertoe werd een 15N-NH4+ incubatie-experiment uitgevoerd in een artificiële rivier
(flume) in de labo's van NIOO-CEME, in Yerseke in Nederland in september 2008. Doel van dit
experiment op de schaal van een macrofytenpatch, is de ruimtelijke variabiliteit van de (15N-
)ammonium opnamesnelheden van macrofyten binnenin een patch te bepalen, en een link te
leggen met de variërende stroomsnelheid, de macrofytsoort en patch configuratie. Tijdens dit
experiment werden 2 macrofytsoorten m.n. Potamogeton natans en Ranunculus fluitans (deze
hebben zeer verschillende morfologische karakteristieken) geïncubeerd met 15N-ammonium in
de teststrook van de artificiële rivier, gedurende ongeveer 6u, onder 6 verschillende condities: 3
verschillende patchconfiguraties (een P. natans of R. fluitans patch die de flume strook half vult
langs de rechter bank, en een patch over de gehele strook met half R. fluitans en half P. natans)
hierbij onderworpen aan 2 verschillende stroomsnelheden (0,1 and 0,3 m/s) van het water.
De 15N-ammonium opnamesnelheden van R. fluitans waren significant hoger dan die van P.
natans, ongeacht de patch configuratie en de stroomsnelheid. Een verhoging van de
stroomsnelheid zorgde voor hogere opnamesnelheden bij P. natans in de twee patch
configuraties (half en volledig gevulde teststrook) en slechs in een volledig gevulde
teststrook voor R. fluitans. De patchconfiguratie had geen invloed op de opnamesnelheid van
P. natans, maar wel op de opnamesnelheid van R. fluitans wanneer de stroomsnelheid was
ingesteld op 0,1 m/s. Wegens de grote variabiliteit op de opnamesnelheden van de
specimens in een patch, was er geen significante ruimtelijke variabiliteit van de
opnamesnelheid te zien in de patches.
Datum prijs | 1 jun. 2010 |
---|---|
Originele taal | Dutch |
Begeleider | Natacha Brion (Promotor) & Véronique Woule Ebongue (Advisor) |